Voormalig bondsvoorzitter Spanje hoort straf na veroordeling voor beruchte kus
Luis Rubiales, de voormalig voorzitter van de Spaanse voetbalbond, is schuldig bevonden voor seksueel misbruik, zo meldt The Guardian. Reden is de kus die de Spanjaard gaf aan voetbalster Jennifer Hermoso na afloop van de WK-finale van 2023.
De kus die Rubiales op 20 augustus 2023 gaf aan Hermoso hielden de gemoederen lang bezig. Op televisiebeelden was te zien dat toen de speelster langs Rubiales liep, hij haar eerst stevig knuffelde, waarna hij haar hoofd vasthield en een kus op haar mond gaf.
Hermoso liet na het incident weten het 'niet leuk' te vinden dat Rubiales haar op de mond kuste. Volgens Rubiales was er echter sprake van instemming, waardoor hij in eerste instantie nog weigerde om op te stappen als bondsvoorzitter. Wel bood hij zijn excuses aan.
In een interview met de Britse verslaggever Piers Morgan gaf hij na een lange soap aan tóch af te zwaaien. Rubiales kreeg vervolgens van de FIFA nog een schorsing van drie jaar opgelegd. Door de schorsing mag de Spanjaard nergens op de wereld voetbalgerelateerde activiteiten uitvoeren.
Rubiales is nu door de rechtbank schuldig bevonden voor seksueel misbruik, wegens de kus die hij aan Hermoso gaf. De 47-jarige Spanjaard, die werd vrijgesproken van dwang, kreeg een boete van ruim 10.000 euro opgelegd. Ook mag hij een jaar lang niet binnen een straal van 200 meter van Hermoso komen en gedurende twaalf maanden geen contact met haar opnemen. Rubiales kan tegen de straf in beroep gaan bij dezelfde rechtbank.
Drie anderen die waren aangeklaagd voor het onder druk zetten van Hermoso om te verklaren dat de kus met wederzijdse instemming was – voormalig bondscoach Jorge Vilda, ex-sportief directeur Albert Luque en oud-marketingchef Rubén Rivera – zijn vrijgesproken van dwang.
Rubiales erkent in een verklaring dat hij een beoordelingsfout had gemaakt, maar hij blijft volhouden dat de kus met wederzijdse instemming was gebeurd. “Het is nu duidelijk dat ik een fout heb gemaakt,” vertelde hij de rechtbank. “Het was spontaan. Ik gedroeg me als een sporter, alsof ik een extra lid van het team was. Ik had koelbloediger moeten zijn en een meer institutionele rol moeten aannemen.”