Van kampioen en AC Milan verpulveren in de Champions League naar derde divisie
In de rubriek Vergane glorie onderzoekt Voetbalzone de redenen achter verschillende gevallen clubs. Deze keer is het de beurt aan Deportivo la Coruña. De voormalig werkgever van spelers als Djalminha en Roy Makaay, die rond de eeuwwisseling zijn hoogtijdagen kende, maar tegenwoordig behoort tot het meubilair in de derde divisie van Spanje.
Door Jasper Keuper
Het leven van een Deportivo-supporter is er een met hoge pieken en diepe dalen, tenzij je nog niet zo oud bent, dan is het vooral een club met diepe dalen. De club die ooit op een memorabele lenteavond Maldini, Nesta en Cafú aan het wankelen bracht en jarenlang de grootste bedreiging vormde voor de Spaanse grootmachten Real Madrid en Barcelona speelt nu op gure winteravonden tegen het beloftenelftal van aartsrivaal Celta de Vigo. Hoe komt het dat een club met zoveel potentie rond de eeuwwisseling, ruim twintig jaar later volledig is afgegleden?
We spreken 19 juni 1991. Deportivo is al achttien jaar niet meer terug te vinden in de hoogste divisie van het Iberische schiereiland. Een periode met veel leed, waarin de club ook soms bungelde tussen de tweede en derde divisie van het land, kan die avond afgesloten worden. Real Murcia is de tegenstander. Een week eerder werd in Zuid-Spanje een doelpuntloos gelijkspel afgedwongen, waardoor het Estadio Municipal de Riazor volgepakt is voor de terugwedstrijd. De supporters schreeuwen Dépor naar de overwinning en dus promotie naar LaLiga (5-2). De hondstrouwe fans zingen op de viering luidkeels, en waarschijnlijk onder invloed van wat Estrella Galicias, een veel genuttigd biertje uit de regio van A Coruña: ‘Real Madrid en FC Barcelona, we komen eraan’.
De terugkeer in de Primera División wordt gevierd als een kampioenschap, maar het eerste seizoen terug verloopt niet zonder slag of stoot voor Os Branco-Azuis, daar de club opnieuw deel moet nemen aan de stoelendans, oftewel de play-offs. Daarin speelt Dépor tegen Real Betis en wordt handhaving bewerkstelligd.
Het verblijf in de hoogste divisie van Spanje smaakt naar meer en de Galiciërs voeren de ambitie op. Het voorkomen van degradatie geeft geen genoegdoening meer, Dépor wilde meer. Een karrevracht aan spelers wordt naar het noordwesten van Spanje gehaald, waaronder de Braziliaan Bebeto. Hij komt over van Vasco da Gama uit zijn thuisland.
En het ‘nieuwe’ Deportivo kan op goedkeuring rekenen van de supporters. In groten getale komen de fans naar het Riazor. De supporters die tijdens de promotie nog gekscherend ‘Real Madrid en Barcelona, we komen eraan!’ zongen, zien hun stoutste dromen werkelijkheid worden.
De club begint het seizoen met vijf overwinningen in de eerste vijf wedstrijden, waaronder een 2-0 overwinning op Celta de Vigo in de regionale derby en een 3-2 overwinning op Real Madrid na een 0-2 achterstand. Op de Canarische Eilanden in speelronde zes wordt voor het eerst verloren, van CD Tenerife (3-1). Niettemin blijven de Galiciërs onder leiding van oefenmeester Arsenio Iglesias stunten. Zo wordt ook FC Barcelona in het Riazor verslagen (1-0).
De grote man bij los Turcos is zomeraanwinst Bebeto. Met 29 goals weet hij niet alleen als eerste speler van Deportivo ooit beslag te leggen op de Pichichi Trofee, de prijs voor de topscorer in Spanje, maar heeft hij ook een gigantisch aandeel in de uiteindelijk behaalde derde plek.
In het daaropvolgende seizoen laten de Galiciërs zien bepaald geen eendagsvlieg te zijn. Er wordt verder gebouwd aan de term Súperdepor én de club laat zich voor het eerst gelden in het Europese voetbal, waar het uitkomt in de UEFA Cup, de voorloper van de Europa League. Het Deense AaB Aalborg is de eerste opponent en wordt over twee wedstrijden ruim verslagen (5-1). Ook Aston Villa wordt, ditmaal met 2-1, alvorens de ploeg het onderspit delft tegen Eintracht Frankfurt (0-2).
In de competitie beleeft de club veel hoogtepunten, maar de ontknoping van de jaargang zal voor altijd een pijnlijk moment blijven. De ploeg wint, aangevuld met nieuw elan van enkele zomeraanwinsten, in speelronde drie met 4-0 van Real Madrid en weet in speelronde veertien zelfs de koppositie te grijpen. Die plek raakt de club niet meer kwijt tot de laatste speeldag. En dat terwijl Barcelona de formatie van Iglesias in speelronde 26 nog wist te verslaan (3-0).
Ondanks dat Deportivo nadien niet meer verloor, speelt het wel veel gelijk, vaak door goals in extremis. Daardoor hijgt Barcelona weer in de nek van de Galiciërs en komt het allemaal aan op de laatste speeldag. Deportivo neemt het thuis op tegen Valencia, terwijl Barcelona tegen Sevilla speelt. Bij rust staat in het westen des lands de brilstand op het bord, terwijl aan de overzijde van het land in Barcelona Sevilla brutaal de leiding heeft genomen: 1-2.
Na rust baant Barcelona zich een weg door de tegenstribbelende defensie van Sevilla. Hristo Stoichkov, Romário, Michael Laudrup en José María Bakero schieten Blaugrana naar veilige haven en de virtuele koppositie.
In A Coruña geven de teams elkaar tot minuut 87 geen duimbreed toe, totdat Valencia-buitenspeler Álvaro Cervera een kostbare fout begaat. Na een overtreding in het strafschopgebied is de leidsman van dienst, Antonio López Nieto, resoluut en wijst hij naar de stip. De boosdoener wordt daarnaast vervroegd naar de douches gestuurd.
Dépor krijgt dé kans om zich voor eeuwig in de geschiedenisboeken te spelen. De eerste La Liga-trofee is maar één welgemikte trap verwijderd. Vaste nemer Donato was al gewisseld en vedette Bebeto weigerde te schieten, daar hij onlangs nog een penalty had gemist. De aandacht verschoof naar centrumverdediger Miroslav Djukic. Het gewicht van iedereen met een blauwwit hart ligt op de schouders van de Serviër.
Het is een scenario waar menig voetbalsupporter over droomt: de hoofdrol spelen in de absolute ontknoping van een competitie. Voor Djukic was het nu geen droom meer, maar een werkelijkheid. De centrumverdediger neemt een vlotte aanloop, schiet de bal richting de linkeronderhoek, maar produceert ook een slap rollertje, waardoor de bal gemakkelijk door de doelman van los Ches wordt gestopt. De jongensdroom van Djukic verandert in een nachtmerrie en er wordt naast de titel gegrepen.
Het seizoen 1994/95 is het laatste seizoen met succestrainer Iglesias aan het Galicische roer en het zou uitdraaien als het beste seizoen van Dépor in de clubhistorie tot dan toe. Net als in de voorgaande jaargang wordt de tweede plaats bereikt, vier punten achter kampioen Real Madrid, en in de UEFA Cup is opnieuw de derde ronde het eindstation. Nadat de ploeg zowel Rosenborg BK als Tirol Innsbruck over twee wedstrijden met 4-2 verslaat, is opnieuw een Duitse ploeg Deportivo te machtig. Borussia Dortmund krijgt de Spanjaarden pas na verlenging op de knieën (2-3).
Toch sluit de ploeg het seizoen af met een positieve noot. De club weet namelijk voor het eerst beslag te leggen op de prestigieuze Copa del Rey. In de finale wordt sportieve revanche geboekt tegen Valencia, dat met 2-1 wordt verslagen. Javier Manjarín en Alfredo Santaelena schieten Deportivo naar de eindzege. Op spectaculaire wijze wisten Herculinos in augustus ook nog eens de Supercopa te winnen van Real Madrid (5-2 over twee wedstrijden).
Roy Makaay
In juli 1999 maakt Roy Makaay de overstap van Tenerife naar het vasteland van Spanje. Deportivo staat aan de vooravond van een historisch seizoen, alleen weet het dat zelf nog niet. Na het vertrek van Iglesias beleefde de ploeg iets minder spectaculaire jaren, daar de supporters het moesten doen met respectievelijk een zesde, derde, twaalfde en opnieuw zesde plek.
Met spelers als Makaay, Noureddine Naybet, Diego Tristán, Djalminha en Pauleta in de gelederen begint Dépor onder leiding van de Bask Javier Irureta aan het seizoen van de eeuwwisseling. De eerste seizoenshelft verloopt prima voor de Galiciërs. Zo weet de club Real Madrid in de Spaanse hoofdstad op een 1-1 gelijkspel te houden en wordt in speelronde twaalf de koppositie gegrepen. Vlak voor en na de jaarwisseling komt er echter zand in de motor bij Deportivo. De club weet vier wedstrijden achter elkaar niet te winnen, maar herpakt zich door zeven van de volgende tien wedstrijden winnend af te sluiten.
Deportivo weet in de laatste zes wedstrijden van het seizoen slechts tweemaal te winnen, maar omdat ook naaste belagers Barcelona en Valencia verre van stabiel zijn blijven de Galiciërs aan kop. In speelronde 38 grijpen los Herculinos daardoor de eerste, en tot dusver laatste, landstitel in de clubhistorie. Thuis tegen RCD Espanyol wordt met 2-0 gezegevierd. Makaay, die in deze jaargang 22 treffers noteert, schiet nog voor rust de tweede goal tegen de touwen. Aan het begin van de jaren negentig ploeterde de club nog tegen Real Betis in de play-offs, maar pakweg tien jaar later is het de beste club van Spanje.
In de volgende jaren blijft Deportivo onder leiding van trainer Irureta knappe prestaties neerzetten. In 2000/01 worden de Galiciërs wel onttroont door Real Madrid, maar met een tweede plaats en de winst in de Supercopa tegen Espanyol (2-0 en 0-2 winst) vermaken de supporters zich prima op de tribunes van Riazor. Ook maakt de club dat seizoen voor het eerst zijn opwachting in de Champions League. Daarin worden twee groepsfases overleefd, waarna de kwartfinale het eindstation blijkt, daar Leeds United over twee wedstrijden met 2-3 te sterk is.
In 2001/02 wordt met opnieuw een tweede plaats en Champions League-voetbal een mooi seizoen neergezet. In de competitie moet het Valencia voor zich laten, in de Champions League is Manchester United ditmaal de boosdoener in de kwartfinales, maar wel kan de club weer eremetaal aan de prijzenkast toevoegen.
Op 6 maart 2002 staat de 100ste finale van de Copa del Rey op de rol, de wedstrijd die in Spanje herinnerd wordt als Centenariazo. De tegenstander van Deportivo? De Galácticos van Real Madrid, die later dat seizoen de Champions League zouden winnen. Alles leek gepland om Real Madrid bij haar honderdjarige bestaan ook de Copa del Rey aan de uitpuilende prijzenkast toe te laten voegen, maar Deportivo steekt daar uiterst brutaal een stokje voor.
Na slechts zes minuten voetbal in Madrid neemt Dépor al de leiding. Sergio González Soriano schiet met zijn rechter de bal achter doelman Iker Casillas. Zeven minuten voor de theepauze verdubbelt Diego Tristán, die dat jaar ook de Trofeo Pichichi wint, de voorsprong. David Beckham, Zinedine Zidane, Luis Figo en Raúl González moeten lijdzaam toekijken. Na rust maakt Raúl nog wel de aansluitingstreffer, maar de Galiciërs houden stand en de tweede Copa del Rey is een feit.
Fast forward naar het Champions League-seizoen 2003/04. In de voetbaljaargang eindigen de Turcos dankzij 29 goals van Makaay op de derde plaats, waardoor Champions League-deelname voor de vierde keer is veiliggesteld. In het miljoenenbal zet de club een memorabele campagne neer.
Eerst ontdoet Deportivo zich in de kwalificatie van Rosenborg, door met de minimale marge van 1-0 te winnen van de Noren en door te stoten naar het hoofdtoernooi. Daarin wordt de ploeg ingedeeld met AEK Athene (3-0 winst en 1-1 remise), PSV (2-0 winst en 3-2 verlies) en AS Monaco (1-0 overwinning en 8-3 nederlaag). Het levert de ploeg een tweede plek op, waardoor de laatste zestien bereikt wordt.
Uit de koker komt de Italiaanse grootmacht Juventus gerold, een lastige kluif voor de club uit het noordoosten van Spanje, maar absoluut geen onbekende voor Dépor. In de voorgaande Champions League-seizoenen speelde het immers ook tegen de club uit Turijn, met afwisselend succes. Nu is de eerste wedstrijd van het tweeluik in A Coruña, waar een volgepakt Riazor de thuisploeg naar de winst schreeuwt. Een treffer van Albert Luque, die een aantal jaar later opeens in de clubkleuren van Ajax speelt, is het enige wat de teams scheidt. In Turijn is het enkele weken later Walter Pandiani die in minuut twaalf de enige treffer van de wedstrijd voor zijn rekening neemt. Dépor wint opnieuw en stoot door naar de kwartfinale.
En Deportivo moet in die ronde opnieuw naar het land van de laars. AC Milan, op dat moment zesvoudig winnaar van de meest prestigieuze prijs in het clubvoetbal, is de gedoodverfde favoriet, maar is wel op zijn hoede voor de club uit Galicië. De eerste wedstrijd in het San Siro eindigt in een teleurstelling voor Deportivo. Pandiani zet zijn ploeg opnieuw op voorsprong, maar Milan laat zich in eigen huis niet van slag brengen en loopt via een dubbelslag van Kaká en doelpunten van Andriy Shevchenko en Andrea Pirlo uit naar 4-1. De Milanezen staan met één been in de halve finale.
Op 7 april 2004 ondergaat AC Milan een oorwassing die zijn weerga niet kent. In de eerste helft heeft Deportivo de cumulatieve stand alweer teruggebracht naar 4-4 en door de destijds van kracht zijnde uitdoelpuntenregel betekende dat zelfs dat Milan al virtueel was uitgeschakeld. Pandiani, Juan Carlos Valerón en Luque brengen de topverdediging van I Rossoneri bestaande uit Giuseppe Pancaro, Paolo Maldini, Alessandro Nesta en Cafú in verlegenheid. Na rust doet ook invaller Fran een duit in het zakje en uiteindelijk druipen de ontgoochelde Milanezen met 4-0 af. Deportivo staat in de halve finale van de Champions League.
Dit is ook waar het sprookje voor Deportivo eindigt. Een doelpunt van Derlei in Galicië is genoeg om Porto door te laten stoten naar de finale, dat het uiteindelijk wint van AS Monaco. De val van Deportivo wordt ingezet
De val
Deportivo transformeert langzaam van een gevreesde titelkandidaat naar een middenmoter en tot slot naar een degradant. Succestrainer Irureta trekt na zeven trouwe en succesvolle seizoenen aan het eind van 2004/05 de deur van het stadion voor de laatste keer achter zich dicht. De club eindigt op een teleurstellende achtste plaats en de schwung en chemie tussen het elftal begint te verdwijnen.
Eigenaar Augusto César Lendoiro, die met zijn beleidsvoering voor het succesvolste Deportivo in de clubgeschiedenis zorgt, draait de geldkraan dicht. De man die Bebeto, Rivaldo, Roy Makaay, Djalminha, Diego Tristán en alle andere grote namen binnen had gehaald heeft geen trek meer, zijn honger is gestild, terwijl de financiële ongemakken bij de ploeg opeens flink toenemen.
De financiële rapporten zijn zo schokkend dat de beleidsbepalers beweren dat het management dat gehandhaafd is gedurende de succesperiode compleet losstaat van de realiteit. Het wordt een roekeloos en misleidend bedrijfsmodel genoemd.
De club komt niet meer terug op het niveau van Súperdepor. De oudgedienden en vedettes verlaten de club en omdat er geen geld is voor aankopen, begint de term Babydépor onder de supporters te leven; een hint naar de jonge selectie van Deportivo. De Galiciërs tonen aan dat stilstand achteruitgang betekent. Na enkele jaren van bungelen in de middenmoot degradeert de club in 2010/11, enigszins onverwacht, naar het tweede niveau van Spanje.
Midden april staatlos Turcos nog op een veilige positie en houdt de ploeg zeven elftallen onder hen. Na een dramatisch verlopen slot van het seizoen wordt het toch weer heel spannend onderin. Almería en Alicante kennen dramatische seizoenen en zijn tegen die tijd al lang en breed gedegradeerd, maar de laatste degradatie-plek kan op de laatste speeldag nog worden vergeven aan zes ploegen. Na een krankzinnige ontknoping met Zaragoza, Osasuna, Real Mallorca, Deportivo, Getafe en Real Sociedad verliezen de Galiciërs het stuivertje wisselen. De gebeurtenissen op die dag zijn nog tot 2020 onderzocht op matchfixing, maar die aanklachten werden destijds kwijtgescholden.
Vervolgens begint Deportivo te jojoën tussen beide divisies. In vier seizoenen degradeert en promoveert de club twee keer. De eerste promotie is vrij memorabel, daar 92 punten worden verzamelt, een record in de Segunda División.
Het begint de supporters duidelijk te worden dat de club niet meer de potentie heeft die het in de jaren rond de eeuwwisseling toonde bezit. Het bestuur is onrustig, op het trainingsveld moeten er regelmatig brandjes geblust worden, of woekeren ze uit. De club overleeft drie seizoenen hangen en wurgen in de onderste regionen van de LaLiga, voordat Dépor onder leiding van Clarence Seedorf in 2017/18 tegen Barcelona degradeert (2-4 nederlaag). Seedorf was al de derde oefenmeester dat seizoen, maar kon het dolende Deportivo niet redden van de afgrond. Hij won slechts tweemaal in zestien wedstrijden.
En dat terwijl de selectie van 2017/18 nog wel wat bekende namen herbergt. Voormalig PSV-juweel Zakaria Bakkali kwam op huurbasis uit in Galicië. De doelman van Deportivo was Przemyslaw Tyton. Andere namen waren Federico Valverde, Fabian Schär en Lucas Pérez, die later een toptransfer maakte naar Arsenal.
Na een grote uitloop begint Deportivo fris aan het nieuwe seizoen in de Segunda División, zonder Seedorf, die twee dagen na de degradatie zijn biezen pakt. Deportivo mikt op een directe promotie en gezien het ruime salarisplafond is het ook aan de stand verplicht de competitie te domineren.
Uiteindelijk valt Deportivo buiten de boot voor directe promotie en moeten er play-offs aan te pas komen. Na eerst Málaga te hebben verslagen, wint Deportivo in de eerste finale-wedstrijd thuis met 2-0 van Mallorca. Deportivo lijkt binnen no-time weer terug te keren in de topdivisie van het land, maar een week later gaat het op Mallorca gruwelijk mis. De afwachtende speelstijl van de trainer José Luís Martí komt de club niet ten goede en er wordt met 3-0 verloren. Voormalig NAC Breda-verdediger Pablo Marí krijgt in de blessuretijd nog een dot van een kans voor Deportivo, maar hij faalt.
Een club die moeite heeft met het handhaven van een gezonde financiële staat en die noodgedwongen nog een seizoen in een divisie lager moet spelen dan begroot is, is een garantie voor paniek en tegenvallende resultaten. Door het missen van promotie op één goal na moet de selectie flink worden herzien en de duurdere, betere spelers worden van de hand gedaan.
De club ontvangt zo’n zeven miljoen euro aan uitgaande transfers, maar kan zichzelf amper versterken door de financiële situatie. Het gebrek aan kwaliteit breekt de club op en de prestaties gaan aanvankelijk van kwaad tot erger. Deportivo wint bij de seizoensouverture nog met 3-2 van Real Oviedo, maar zegeviert daarna pas weer op 20 december. Deportivos slechte prestaties daartussenin maakten de club hekkensluiter. Er wordt opnieuw gekozen voor een ontslag van de trainer, iets wat Deportivo de laatste jaren erg veel doet. Luis César Sampedro wordt vervangen door Fernando Vázquez,in de hoop dat er een schokeffect plaats gaat vinden.
Onder leiding van Vázquez wordt op 20 december de tweede overwinning van het seizoen geboekt en van een schokeffect is zeker sprake wanneer de club zeven wedstrijden achter elkaar winnend weet af te sluiten. Toch begint het team weer grip te verliezen en onherstelbare schade achter te laten. Op de laatste speeldag van de competitie moet Deportivo winnen van Fuenlabrada en hopen op een verlies van Lugo en Albacete.
Waar die twee ploegen hun wedstrijden daadwerkelijk afwerken, wordt de wedstrijd van Deportivo uitgesteld wegens geïnfecteerde spelers bij de tegenstander Fuenlabrada. Doordat Lugo en Albacete precies doen wat Deportivo niet kan gebruiken is degradatie een feit, zonder dat de club überhaupt zelf heeft mogen spelen. Het verloop leverde veel kritiek op in Spanje en Deportivo dreigde de laatste wedstrijd niet meer te spelen als niet de hele competitieronde werd overgespeeld, maar uiteindelijk zwicht de ploeg en daalt de club af naar het derde niveau. Een civielrechtelijk onderzoek en meerdere aanklachten bij de Spaanse voetbalbond ten spijt.
Tegenwoordig
Inmiddels speelt de club al vier seizoenen op het derde niveau van Spanje. Het is een enorme voetbalcompetitie met maar liefst veertig elftallen die strijden om promotie. Het is een put waar clubs maar moeilijk uit kunnen komen.
In 2020/21 kwam zelfs degradatie uit de voetbalpiramide angstvallig dichtbij, maar werd dat afgewend. In 2023/24 is Deportivo de trotse koploper van de Primera Federación - Groep 1. Na 29 wedstrijden heeft Dépor 55 punten verzameld en kan het voorlopig Barca Atletic en Celta Vigo B onder zich houden. Afgelopen weekend werd nog met 0-2 gewonnen bij Rayo Majadahonda. De in 2016 vertrokken spits Lucas Pérez is na omzwervingen bij Arsenal, West Ham United, Deportivo Alavés, Elche CF en Cádiz CF weer ‘thuis’ bij Dépor. Dit seizoen kwam de 35-jarige aanvalsleider 26 keer uit voor de Galiciërs en heeft met 9 goals en 16 assists een groot aandeel geleverd aan de bemachtigde koppositie.
Het zou een prachtig voetbalsprookje zijn als de teruggekeerde Pérez zijn liefde naar het tweede niveau van Spanje kan loodsen. Wellicht kan dat de start zijn van Superdépor 2.0.