Van Europa veroveren met Brobbey en Ihattaren naar avonturier: ‘Dit is mijn pad’
Nederlandse profvoetballers zijn in alle uithoeken van de wereld te vinden, van de spotlights van de grote Europese competities tot de meer avontuurlijke dienstverbanden op andere continenten. In de rubriek Over de Grens spreekt Voetbalzone wekelijks met een speler die buiten de landsgrenzen actief is. Met deze keer aandacht voor Nigel Thomas, een 22-jarige Rotterdamse avonturier. De buitenspeler verliet PSV in de zomer van 2022 voor het Portugese Paços de Ferreira en speelt inmiddels voor Viborg FF in Denemarken. Ooit hoopt de voormalig jeugdinternational van Oranje furore te maken in Engeland, het land waar een aantal van zijn bekende jeugdvrienden reeds is neergestreken.
Door Wessel Antes
Thomas werd geboren in Rotterdam-Zuid, op steenworp afstand van De Kuip. Zijn moeder heeft dan ook één grote droom. “Mijn moeder is echt een diehard supporter van Feyenoord. Als die club ooit op de deur klopt, gaat ze mij dwingen om te tekenen denk ik, net als mijn tante die mij ooit voor het eerst meenam naar het stadion. Zelf was ik als kind altijd voor Real Madrid, al zijn die lichtmasten van De Kuip voor iedereen speciaal. Ik heb als kind veel gevoetbald op de pleintjes in Zuid en heb het stadion ontelbare keren gezien. Of ik ervan droomde om daar te spelen? Dromen misschien wel, maar spelen voor zo’n professionele club was in die tijd nogal onrealistisch.”
Voetballen voor een vereniging was namelijk nooit vanzelfsprekend in zijn jeugd. “Ik ben nooit iets tekortgekomen vroeger, want mijn moeder deed er altijd alles aan om mijn zusje en mij te geven wat wij nodig hadden, maar ze had destijds geen extra centen voor voetbalschoenen en contributie”, herinnert Thomas zich. “Voetballen was een luxe voor mij. Wanneer wij naar mijn oma in West gingen liepen we altijd langs Spartaan’20. Ik weet nog goed dat ik mijn moeder heel lang heb gesmeekt om daar te mogen voetballen… Uiteindelijk is het op aanraden van mijn gymmeester Jeroen toch gelukt om een proeftraining te doen. Omdat ik toen direct bij de uitblinkers behoorde en aangenomen werd, raakte mijn moeder overtuigd. Ze zag dat voetbal mijn passie is.”
Op zijn elfde werd Thomas gescout door Sparta, al bemoeilijkte geld opnieuw de situatie. “Ons gezin had in die tijd geen auto en Terbregge, het trainingscomplex van de Sparta-jeugd, was veel verder dan Spartaan’20. Mijn moeder heeft Sparta toen in eerste instantie moeten afzeggen om die reden. Een jaar later kwam de club opnieuw voor mij, waardoor Spartaan’20 er bij mijn moeder op aan heeft gedrongen dat dit een speciale kans was. Spelers worden niet zomaar twee keer gevraagd voor Sparta. Ik ben God enorm dankbaar dat dat mij wel is overkomen, anders had ik nu waarschijnlijk niet geld kunnen verdienen met mijn hobby.”
Bij Sparta werd het direct serieuzer voor Thomas, zo werd hij een stuk gedisciplineerder buiten het veld. “Bij Sparta ligt de focus ook op schoolprestaties en dat vind ik heel goed, want niet iedereen gaat het redden. Daarnaast leerde ik wat er nodig is om te voetballen op een hoog niveau. In het begin is dat een harde leerschool, maar het heeft mij wel echt verder geholpen.” Thomas kijkt terug op een mooie tijd bij Sparta, waar hij veel voetbalvrienden heeft leren kennen. “We hadden een goede lichting die altijd presteerde. Het mooie is dat veel jongens ook goed terecht zijn gekomen. Mijn beste vriend Xander Severina speelt nu voor Partizan in Belgrado, Eros Maddy heeft deze zomer een transfer gemaakt naar Auxerre in de Ligue 2 en Elayis Tavsan doet het al jaren goed bij NEC in de Eredivisie.”
Als jeugdspeler van Sparta debuteerde Thomas voor Nederland Onder 15. “Dat is weinig jongens gegeven. Eigenlijk was het al bijzonder wanneer één jeugdspeler van Sparta dat haalde, maar in mijn lichting waren we met drie man. Elgero King, Mohammed Tahiri en ik. Daardoor konden we elkaar ook helpen in een groep met vrijwel alleen maar spelers van Ajax, Feyenoord en PSV.” Thomas speelde uiteindelijk ook voor Nederland Onder 16 en 17. Met dat laatste elftal won hij zelfs het EK in 2018, een van de mooiste herinneringen aan zijn voetbaljeugd. “Dat was super speciaal. Ons team was niet normaal. Jurriën en Quinten Timber, Ryan Gravenberch, Brian Brobbey, Mohamed Ihattaren, Crysencio Summerville en ga zo maar door. We hadden vanaf het begin af aan het gevoel dat we die beker zouden winnen. De concurrentiestrijd was hevig, maar als team werden we juist alleen maar hechter. Zo’n proces is geweldig om mee te maken.”
Hoewel Brobbey en Joshua Zirkzee in de selectie zaten, was het destijds een andere spits die uitblonk. “Daishawn Redan was toen niet normaal. Hij was onze captain gedurende dat toernooi en speelde normaliter al met een lichting hoger mee. Omdat hij al een jeugd-EK had gespeeld wist hij ons goed te leiden.” Toch was er één teamgenoot die nog meer indruk maakte. “Mo Ihattaren. Hij is denk ik de beste speler met wie ik heb gespeeld. Ryan (Gravenberch, red.) was ook super dat toernooi, maar Mo heeft iedereen verbaasd in Engeland toen. Als hij op het veld kwam was hij in alle opzichten de beste. Ik weet zeker dat hij die kwaliteiten nog in zich heeft en hoop dat hij dat ooit nog gaat laten zien, want zoveel talent hebben is niet normaal.” Thomas vindt het jammer dat zijn jeugdvriend het moeilijk heeft. “Helaas heb ik hem al een lange tijd niet gesproken, zo loopt dat in het voetbal. Ik zou hem graag weer eens zien, maar het belangrijkste is dat hij zich goed voelt. Mo heeft een hart van goud, dus met Gods wil komen er betere tijden aan.”
In zijn jaren als jeugdinternational maakte Thomas de overstap van Sparta naar PSV. Een verhuizing van Rotterdam naar Helmond is wat volgde. “Ik ben echt een moederskindje, dus een gastgezin zag ik niet zitten. Gelukkig was PSV bereid te investeren in mij, waardoor de huisvesting uiteindelijk werd geregeld. Dat mijn zusje en moeder zo’n verhuizing naar Helmond over hadden voor mij is bijzonder, ik hou zielsveel van ze. Op een dag wil ik mijn familie alles teruggeven. Hoe ik dat ga doen weet ik nog niet, maar ik ben het zeker van plan.” Thomas kijkt terug op een geweldige tijd als jeugdspeler van PSV. Waar hij bij Sparta veel leerde buiten het veld, is hij in Eindhoven gevormd als voetballer.
“Die jaren bij PSV waren zeer leerzaam”, aldus Thomas. “Als speler van zo’n topclub moet je elke wedstrijd winnen en prestaties leveren. Na een lastig eerste jaar kreeg ik het te pakken. Daarvoor heb ik veel te danken aan mijn oud-trainer Kristof Aelbrecht, die mij op alle manieren heeft aangepakt en op alle vlakken vooruit heeft gebracht. Mentaal en fysiek werd ik sterker, terwijl ik het spelletje ook beter leerde begrijpen.” Ook een andere trainer veroverde het hart van Thomas. “Voor mij was het ongelooflijk om samen te werken met Ruud van Nistelrooij, die ik inmiddels een vriend kan noemen. Normaal ben ik nooit starstruck, maar toen ik hem voor het eerst tegenkwam had ik dat wel. Hij was langer dan ik dacht en ik voelde zijn hele aura. Uiteindelijk blijkt hij dan hartstikke down to earth en warm te zijn. Ruud wist mij precies te raken. Wat ik bijzonder vind is dat we nog altijd contact hebben. Hij checkt mij nog steeds om te vragen hoe het met mij gaat. Het is jammer dat het bij PSV uiteindelijk vervelend is afgelopen voor hem, maar ik weet zeker dat hij het gaat maken als coach.”
Veel vrienden van Thomas beleven momenteel hun definitieve doorbraak bij PSV. Johan Bakayoko wordt gevolgd door Europese topclubs, Ismael Saibari zette zijn handtekening onder een nieuwe verbintenis en Isaac Babadi stond dit seizoen meerdere keren in de basis bij de Eindhovenaren. Zelf bewandelt Thomas een andere route. Na 58 officiële duels met Jong PSV in de Keuken Kampioen Divisie nam hij vorige zomer afscheid van zijn jeugdliefde. “Het is zeker jammer dat ik het niet heb gered bij PSV. Dat vond ik ook best wel moeilijk, aangezien ik op een gegeven moment zag dat jongere spelers die stap wel maakten. Ik kan allemaal redenen opnoemen waarom het mij niet is gelukt, maar uiteindelijk was ik destijds niet goed genoeg voor PSV 1. Wellicht kan ik daar ooit via een omweg alsnog komen. Dit is hoe profvoetbal werkt, je moet realistisch zijn en er leiden ook andere wegen naar Rome. Dit is mijn pad, mijn eigen route.”
Het liefst had Thomas na PSV in Nederland gebleven. “Om eerlijk te zijn wilde ik niet naar het buitenland, aangezien dat ook niet is wat vaak geadviseerd wordt aan jonge spelers. Ik had verwacht dat er in Nederland veel clubs zouden komen, maar de juiste uitdaging bleef uit. Op een gegeven moment had ik geaccepteerd dat de Eredivisie het niet ging worden, dus stond ik open voor clubs in de Keuken Kampioen Divisie. Totdat mijn zaakwaarnemer mij belde en vertelde over de interesse van Paços de Ferreira, een club waar ik nog nooit van had gehoord. Ik wist niet eens dat ze op het hoogste niveau speelden in Portugal. Als je dan ineens de kans krijgt om tegen clubs als Benfica en Porto te spelen, is dat natuurlijk heel interessant.” Thomas weet precies hoe hij in beeld is gekomen in Portugal.
“Dat ging via de trainer, César Peixoto, een bekende oud-voetballer in Portugal”, aldus Thomas. “Hij heeft onder meer de Champions League gewonnen met Porto. Toen ik voor het eerst naar Portugal ging vertelde hij dat ik indruk op hem had gemaakt als speler van Jong PSV. De club zelf kende me niet, maar hij had mij gescout. Omdat ik transfervrij was heeft hij zijn zin gekregen en mocht ik uiteindelijk tekenen. Dat vertrouwen van de trainer gaf mij het laatste zetje om de knoop door te hakken. Uiteindelijk heb ik daar zeker geen spijt van, want ik heb persoonlijk een prachtig jaar gehad in Portugal. Daar ben ik César echt dankbaar voor.” Helaas voor Thomas kon hij de Portugese club niet van degradatie behoeden.
Ondanks de degradatie met Paços de Ferreira kijkt Thomas terug op een belangrijk jaar voor zijn spelersloopbaan. “Deze stap kwam op het juiste moment. Niet alleen voor mijn carrière, maar ook voor mijn ontwikkeling als mens. Ik ging voor het eerst op mezelf wonen en heb buiten het veld enorm veel geleerd. Daarbij heb ik veel hulp gehad van de club en trainer. Ook hebben mijn vader, moeder en vriendin veel geholpen via FaceTime, haha. Daardoor is alles helemaal goed gekomen.” In zijn vrije tijd bracht Thomas vaak een bezoekje aan Porto. “Ik ben goed bevriend geraakt met Jordan Holsgrove, een Schotse jongen. Als we niets te doen hadden gingen we vaak samen op pad. Naar het winkelcentrum, uit eten of naar de gamehal. Ik heb mij goed vermaakt.”
Thomas moest wennen aan het Portugese voetbal. “Mijn avontuur bij Paços de Ferreira zou ik omschrijven als: ‘Welkom in het profvoetbal’. Ik was een speler die elke minuut acties wilde maken, maar ben erachter gekomen dat dat niet kan. Je moet volwassen spelen en weten wanneer je een dribbel in kunt zetten en wanneer niet. Risico in je spel leggen is goed, maar je wil geen wedstrijden of punten verliezen door een persoonlijke fout.” Als dribbelaar werd Thomas in de Liga Portugal regelmatig aangepakt. “Dat was zeker nieuw voor mij! Als je bepaalde acties maakt word je hier snoeihard aangepakt. Tijdens mijn eerste oefenwedstrijd daar kreeg ik als welkomstcadeau ook een flinke veeg. Dat ga ik nooit meer vergeten, ik maakte bijna een salto.”
De Rotterdammer speelde uiteindelijk 38 officiële wedstrijden voor Paços de Ferreira, waarin hij goed was voor 4 doelpunten en 1 assist. Thomas is blij dat hij de stap uiteindelijk toch heeft gemaakt. “Voor mij was dit top in alle opzichten. Ik heb mij kunnen laten zien in een sterke competitie in een prachtig voetballand als Portugal. Ik heb waardering gekregen van de fans, media en zelfs mijn directe tegenstanders. Zo speelde ik tegen Héctor Bellerín van Sporting Portugal, die na afloop zei dat hij me een goede speler vindt. Dat was heel speciaal voor mij, die woorden zal ik niet snel vergeten.” Hoewel Thomas heeft genoten van zijn tijd bij Paços de Ferreira, zag hij zichzelf niet met de club afdalen naar het tweede niveau van Portugal.
“In het verleden heb ik veel jongens gezien die degradeerden met hun club, waarna ze bleven en hun carrière bergafwaarts ging”, zegt Thomas. “Mijn goede vriend Kenji Gorré gaf mij het advies om te vertrekken, omdat dat het beste zou zijn voor mijn toekomst. Ik hoopte in eerste instantie op een transfer binnen Portugal, aangezien Vitória de Guimarães interesse had. Helaas werden zij niet concreet, waardoor ik mijn focus moest leggen op andere opties. Hajduk Split heeft zich gemeld, een grote club in Kroatië, maar ik zie mezelf daar niet spelen. Of ik opties in Nederland had? Nee, dat vond ik eerlijk gezegd best verrassend en jammer. Uiteindelijk is Viborg op mijn pad gekomen en ben ik blij om hier te zijn. Het is misschien niet wat ik direct voor ogen had, maar ik weet zeker dat ik mezelf op het hoogste niveau van Denemarken kan gaan ontwikkelen.”
Bij Viborg tekende Thomas voor drie seizoenen, een avontuur dat hij voor de transferwindow niet had verwacht. “Ik zat met de Liga Portugal en Championship in mijn hoofd. Ik vond het geweldig om in de Portugese competitie te spelen en voetballen in Engeland zal altijd een droom van mij zijn. Swansea City had interesse, maar heeft zich uiteindelijk niet gemeld bij Paços de Ferreira. Het had mooi geweest om die stap naar het Engelse voetbal nu al te maken, maar ik heb nog genoeg jaren te gaan.” Het is voor Thomas absoluut geen straf om in Viborg te spelen. “Van Justin (Lonwijk, red.) heb ik goede verhalen gehoord over de club. Ook Clint Leemans heeft bij deze club gespeeld. Justin vertelde mij dat de club de afgelopen jaren enorm is gegroeid en dat er veel ruimte is voor individuele ontwikkeling. Anton Gaaei, die naar Ajax is gegaan, is een mooi voorbeeld. Ook Mohammed Kudus is uit de Superligaen weggeplukt. Hopelijk kan ik dit opstapje eveneens op de juiste manier gebruiken. Dan kom ik vanzelf bij een droomclub terecht.”
Dat de club groeiende is, merkte Thomas direct. “Ik vind de faciliteiten nu al top en zie om mij heen dat er nog steeds veel wordt gebouwd. Daarnaast zijn de medewerkers hier geweldig, ze staan echt voor je klaar. De club lijkt een grote familie, waar iedereen aan elkaar verbonden is.” Viborg betaalde zo’n 400.000 euro voor Thomas, waarmee hij een van de duurste aanwinsten in de clubgeschiedenis is. “Dat vertrouwen vind ik mooi, dat motiveert mij ook echt. In de gesprekken met mij liet de club doorschemeren dat ik ben gehaald om binnen een paar jaar een mooie transfersom op te leveren. Ik ben er zeker van dat dat gaat lukken en dat is dan ook een doel van mij.”
Thomas sloot pas later in de voorbereiding aan, waardoor hij in de eerste maanden moest wennen. “Omdat ik tijdens mijn eerste invalbeurt tegen Odense BK (1-2 winst) direct scoorde lijkt het misschien niet zo, maar je begint wel met een achterstand als je later aansluit. Zo’n doelpunt is een momentopname, maar deze beginperiode is moeilijk. Ik had hoge verwachtingen van mezelf na dat goede seizoen in Portugal en dacht dat ik er direct zou staan, maar je moet het ook realistisch bekijken. Ik ben in een nieuw team terechtgekomen dat een heel ander systeem speelt. Daarin moet je jezelf de tijd geven en ik weet dat het uiteindelijk ook goed komt. Het is aan mij om mezelf te laten zien tijdens trainingen en invalbeurten, om zo op korte termijn die vaste basisplek te veroveren.” In zijn eerste acht optredens voor Viborg wist Thomas tweemaal het net te vinden.
Buiten het veld voelt Thomas zich inmiddels thuis in Denemarken. “Ik heb het appartement kunnen overnemen van Nils Mortimer, een Spaanse speler die is vertrokken bij Viborg. Toevallig kende ik hem al omdat ik in de Youth League tegen hem had gespeeld, toen hij bij FC Barcelona zat. Ik heb een mooi appartement waarin ik alleen woon. Mijn vriendin komt vaak langs, maar is ook bezig met haar studie in Nederland. Gelukkig is de afstand in zeven uur aan te rijden, waardoor mijn familie ook vaak langs kan komen. Dat is dus beter te doen dan toen ik nog in Portugal speelde, al mis ik dat klimaat wel. Denemarken lijkt wat dat betreft in alles een stuk meer op Nederland, al is alles hier behoorlijk duur. Daar schrok ik tijdens mijn eerste bezoek aan de supermarkt wel van. Ik dacht: waar ben ik beland, is dit Monaco? Nu ben ik er wel aan gewend hoor, haha.”
Thomas is niet de enige Nederlander bij Viborg, daar Jamie Jacobs in dezelfde maand arriveerde bij de Deense club. “Dat is wel fijn, want daardoor heb ik iemand waarmee ik mijn eigen taal kan spreken. Jamie woont hier toevallig om de hoek, waardoor we elkaar nog vaker zien. Onze assistent-trainer, Jakob Poulsen, heeft in Nederland gespeeld voor sc Heerenveen. Daardoor spreekt hij nog steeds Nederlands, waardoor het communiceren met de staf nog makkelijker is. Al spreekt men in Denemarken sowieso ook beter Engels dan in Portugal. Al had ik daar geen last van een taalbarrière. Ik denk dat ik een talenknobbel heb, want ik spreek zelfs een beetje Portugees na het afgelopen jaar.”
Uit zijn doelstellingen blijkt dat Thomas ambitieus is. “Bij Viborg wil ik de komende jaren laten zien dat ik een speler ben die de dubbele cijfers kan halen. In de jeugd lukte mij dat vrijwel altijd, maar de afgelopen drie seizoenen helaas niet. Ik wil een buitenspeler zijn die zijn team helpt met veel doelpunten en assists, mijn rendement moet omhoog. Daarop word ik uiteindelijk ook afgerekend door clubs die mij wellicht willen halen in de toekomst. Daarnaast hoop ik met Viborg Europees voetbal te halen. In het afgelopen seizoen lukte dat de club net niet, maar een deelname aan de Conference League of Europa League zou een perfecte springplank kunnen zijn voor mij. In de jeugd van PSV heb ik al wel in de Youth League gespeeld, maar ik zou graag als echte prof uitkomen in Europees verband. Dat is wel iets dat ik van mijn bucket list wil afstrepen.”
Waar Thomas er vroeger van droomde om via Nederland de Europese top te bereiken, denkt hij dat pad nu te kunnen bewandelen via het buitenland. “Bij Paços de Ferreira had ik echt nog het plan om terug te keren naar de Eredivisie, om mezelf zo in de kijker te spelen bij grotere clubs. Nu geniet ik om eerlijk te zijn wel van de rust die spelen in het buitenland met zich meebrengt. Mijn focus ligt volledig op het voetbal omdat er weinig verleidingen zijn. Nu ik deze levensstijl helemaal gewend ben, lijkt het me niet goed om daar weer uit te stappen”, aldus de vleugelspits, die wel een kanttekening plaatst. “Als er een hele mooie club uit Nederland op de deur klopt, is het natuurlijk vanzelfsprekend dat ik daarvoor open sta. In de voetballerij kun je sowieso niets uitsluiten, dus ik laat het allemaal op me af komen. We zullen zien hoe het gaat lopen.”
Op clubniveau liggen zijn ambities overduidelijk in Engeland, in de Premier League of Championship. Oud-teamgenoten als Timber (Arsenal), Gravenberch (Liverpool), Summerville (Leeds United), Ian Maatsen (Chelsea) en Wouter Burger (Stoke City) gingen Thomas al voor. “Dat vind ik geweldig om te zien, zelf hoop ik dat ook te bereiken. Waar mijn ambities liggen op internationaal vlak? Ik kan voor Curaçao en Nederland spelen, maar heb die keuze nog niet gemaakt. Ik ben een realistisch persoon en weet dat Oranje nog ver weg is. Nederland heeft veel goede buitenspelers waarmee ik mijzelf nu nog niet kan meten. Wel heb ik ergens hoop dat ik naar dat niveau toe kan groeien. Zolang ik hard werk mag ik blijven dromen.”
Thomas ziet Arnaut Danjuma als een voorbeeld. “Hij heeft zichzelf via de Championship bij AFC Bournemouth omhoog gewerkt, waardoor ik die competitie ook heel interessant vind. Zijn carrièreverloop laat zien dat niet iedereen direct een weg naar de top vindt. Als voetballer kunnen er allerlei dingen gebeuren die invloed hebben op je loopbaan. Ik hoop dat Danjuma onder Ronald Koeman weer echt de kans gaat krijgen, want ik vind hem een geweldige speler om naar te kijken. Ik ben benieuwd hoe hij het dit jaar bij Everton gaat doen in de Premier League.”
Mocht een interlandcarrière bij Nederland uitblijven, is Curaçao een mooi alternatief voor Thomas. “De bond heeft mij al een keer uitgenodigd om alles te laten zien en toen kreeg ik van de selectie een warm onthaal. Ik hou van Curaçao en denk dat het eiland op voetbalgebied de aankomende jaren nog veel stappen gaat maken. Als de bond gedisciplineerd blijft werken aan verbeteringen voor het Curaçaose elftal kan er echt veel bereikt worden. Er zijn een hoop jonge Antilliaanse spelers met potentie, dus ik denk dat we zeker kunnen verrassen. Voor mij is het nog even afwachten wat ik ga doen. Vrienden van mij hebben de keuze voor Curaçao al gemaakt, maar voor nu wil ik zelf nog even de tijd nemen. Gelukkig weet ik dat God mij bij elke keuze in mijn loopbaan zal steunen.”