Thierry Henry in openhartig interview: ‘Ik was depressief en huilde elke dag'
Thierry Henry heeft in een podcastinterview met The Diary of a CEO een boekje opengedaan over zijn zware jeugd. De spits voelde veel druk van zijn vader, die volgens Henry alleen maar bezig was om van hem een topvoetballer te maken.
"Gedurende mijn spelerscarrière en eigenlijk sinds ik geboren werd, moet ik in een depressie gezeten hebben", vertelt Henry. "Wist ik ervan af? Nee. Deed ik er iets aan? Nee. Ik gedroeg me ernaar."
"Toen ik jong was, zag ik weinig liefde en affectie. De eerste keer dat mijn vader mij als baby in zijn armen nam zei hij: 'Dit wordt een geweldige voetbalspeler'", memoriseert Henry. Hij deelt een anekdote, waaruit de strenge eisen van zijn vader blijken.
"Ik maakte een keer alle zes de doelpunten in een 6-0-zege, maar mijn vader zei achteraf dat ik niet tevreden moest zijn. Hij praatte over een slechte aanname en een mislukte voorzet."
"Zulk soort dingen kunnen je maken of breken. Ik besloot dat het mij zou gaan maken. Het hielp me als atleet tot op zekere hoogte, maar niet als mens", zou de Fransman zich later realiseren.
Pas na zijn carrière daalde bij de voormalig topspits het besef dat hij heel lang depressief heeft moeten zijn geweest. "Ik wist het al eerder, maar ik loog tegen mezelf om er zeker van te zijn dat het gevoel niet te ver opkwam."
"Ik deed een mantel om. Maar als je geen voetballer meer bent, kun je die niet meer omdoen. Dan daalt het in en ga je denken aan wat er gebeurd is." Toen hij tijdens de coronapandemie als trainer werkzaam was bij Montreal Impact, in Canada, brak hij.
"Ik huilde bijna elke dag", merkte hij op. "Ik kon mijn kinderen een jaar lang niet zien en de tranen bleven maar stromen. Ik wist niet waarom, maar ik denk dat die tranen daar al heel lang zaten", verwijst Henry naar zijn moeilijke jeugd.
"Die tranen kwamen niet van mij, ze kwamen van de jongere ik. Ik huilde om alles wat ik nooit kreeg: goedkeuring." Henry snapte eindelijk dat zijn vader hem nooit als mens zag, maar louter als voetballer.
Pas toen zijn vriendin en kinderen hem toonden dat hij naast voetballer bovenal mens was, begreep hij waar hij zo lang mee geworsteld had. "Voor het eerst merkte ik: ze zien mij als een persoon, niet als de voetballer."