voetbalzone

Speelde Johan Cruijff ooit bij FC Dordrecht? ‘Zou een leuke quizvraag zijn’

Kevin van Buuren23 feb 2024, 15:00
Laatst bijgewerkt: 15 jul 2024, 21:44
Advertentie

Dordrecht is een relatief jonge club in het voetballandschap van Nederland. Alhoewel naamgever en voorganger DCC (Dordrechtsche Cricket Club) al in 1883 werd opgenomen, en sinds 1899 DFC (Dordrechtsche Football Club) vertegenwoordiger van de stad werd, bestaat de club die we kennen als FC Dordrecht sinds 1972. In dat jaar wordt de amateurtak van de profafdeling gescheiden. En zoals wel vaker met jongelingen, worstelt de club met zijn identiteit. Dit leidt tot verschillende officiële namen.

Door Kevin van Buuren (tekst) en Labib Bitchou (video)

Een van die clubnamen is Drechtsteden (DS) ’79. Na een tamelijk anoniem bestaan in de eerste divisie van Nederland, besluit oliemagnaat Nico de Vries de boel over te nemen. Hij verandert de naam en de clubkleuren: van rood-wit naar geel-blauw. Daarbij spreekt hij de ambitie uit om de club naar de Eredivisie te leiden. Daar moeten opvallende demonstratiewedstrijden aan bijdragen. Omdat het nog toegestaan is spelers te ‘huren’, spelen in december 1980 onder meer de 33-jarige Johan Cruijff en zijn lookalike Rob Rensenbrink vier wedstrijden voor DS ’79.

Cruijffiaans Dordrecht


Ariejan Wallaard, de langstzittende teammanager in het betaald voetbal, verwondert zich nog steeds over het feit dat Cruijff ooit voor zijn club speelde. “Dat is een leuke quizvraag: heeft Cruijff ooit voor FC Dordrecht gespeeld? Een legendarische man”, zegt hij tegenover Voetbalzone. Naast een wedstrijd tegen Ajax (2-1 winst), voetbalt Nummer 14 op Stamford Bridge tegen Chelsea. “Harry van der Ham (oud-speler en -trainer van Dordt, red.) vertelde later dat die wedstrijd verre van uitverkocht was. Totdat men hoorde dat Dordrecht met Johan Cruijff zou spelen. Toen zat het direct vol.”

Derhalve krijgt de droom van geldschieter De Vries vorm. Voetbal leeft in Dordrecht, en in 1983 promoveert de lokale club via het kampioenschap naar de Eredivisie. Daar blijkt de club echter nog niet klaar voor: een directe degradatie volgt. Intussen wordt er van eigenaar gewisseld. Ook Cees den Braven, ondernemer en multimiljonair verandert de clubnaam en kleuren. Voortaan speelt het wedergeboren Dordrecht ’90 in groen en wit.

En ook Den Braven ziet zijn ambitieuze dromen uitkomen, wanneer Dordrecht in 1991 opnieuw promoveert. Diezelfde zomer fuseert Dordt met Eredivisieclub SVV uit Schiedam, waar op dat moment Dick Advocaat trainer is. Onder zijn officieuze leiding handhaaft de club zich voor de eerste en enige keer in de Eredivisie. In 1992 is een vijftiende plek genoeg voor een nieuw seizoen. Wallaard, die een seizoen later zijn debuut als teammanager zal maken, plaatst een kanttekening. “Advocaat heeft hier niet één wedstrijd geleid. Hij was alleen op papier trainer.”

Dordrecht degradeert, promoveert, en degradeert opnieuw. Het blijkt dat de club soms de Eredivisie in struikelt, zijn balans hervindt en weer voet zet in de eerste divisie. Wallaard herkent het beeld. “Ik werk hier al meer dan dertig jaar, voor zover ik weet spelen we altijd van het midden naar beneden. We haalden wel eens een periode, maar waren nooit top.”

Wederzijdse liefde


Zelf is hij als een adoptiekind van de club. “Ik was altijd scheidsrechter. Mijn laatste wedstrijd was Jong Dordrecht – Jong AZ. Daarna vroeg Hans Eijkenbroek of ik teammanager wilde worden van Jong Dordrecht. De eerste wedstrijd dat ik in de kleedkamer kwam, zeiden ze: ‘Hé scheids’. Ik reageerde: ‘Nou, dat ben ik niet. Ik ben nu teammanager.’” De week daarop mag hij voor het eerst mee met het eerste elftal. Het is het begin van een levenslang huwelijk.
Ariejan Wallaard is niet meer weg te denken bij FC Dordrecht.

“Ik kom zelf uit Leerdam. Utrecht en zelfs Den Bosch waren dichterbij voor ons. Nooit had ik de gedachte dat ik hier terecht zou komen.” Dordrecht stond vooral bekend om het short track, maar inmiddels kan hij de stad niet meer zien zonder de voetbalclub waar hij zo veel van houdt. “Iedereen hier heeft altijd zijn best gedaan om de club heel te houden. Zoals Hans de Zeeuw, hij is enorm belangrijk geweest voor het voortbestaan van de club. Daarbij, het is toch heerlijk om voor een club te werken waarvan je zegt: ‘Is dat nou betaald voetbal-waardig?’ Ik zeg ja, alleen al omdat iedereen zo hard werkt om het zo te houden.”

En de liefde is wederzijds, zo blijkt uit een enquête op de club. “Ze vroegen bij meerdere clubs wie de belangrijkste persoon is. Bij Feyenoord was dat Van Hanegem. Bij Ajax Johan Cruijff. En bij Dordrecht werd ik verkozen.” Ondanks dat hij nooit een bal aanraakt op het veld, komt hij in het illustere rijtje terecht. “Dat is toch wel bijzonder. Al zal ik een gunfactor gehad hebben. Ik dacht dat Marco Boogers het zou zijn.”

Boogers wordt door Wallaard omschreven als de slimste voetballer die Dordrecht had. “Hij dwong het af om goed te zijn. Hij kon in de catacombe al zijn tegenstander kleineren, zodat hij goed in de wedstrijd zat. En hij had scorend vermogen.” In 2004 keert Boogers ook nog eens terug als technisch directeur bij zijn club, dat dan eindelijk 'gewoon' FC Dordrecht heet. Deze functie bekleedt hij tot 2017. In 2014 wordt de clubman verkozen tot 'Dortenaar van het jaar'.

Boogers maakt eind jaren 80 furore bij DS '79. In 1999 keert hij terug als speler, in 2004 als technisch directeur.

'Je wint met een dubbeltje niet van een gulden'


In dat betreffende jaar, met Boogers in het bestuur, promoveert Dordrecht namelijk nog eens. De beslissingswedstrijden tegen Sparta eindigen 2-2 in Rotterdam en 3-1 in Dordrecht. “Helaas mocht ik niet op de bank zitten, daar zat de andere teammanager. Ik stond hier (in de business lounge, red.). De plaatselijke Chinees hier bleef maar heen er weer rijden om iedereen van nasi te voorzien. Het was een groot feest. Later maakten we nog een rondje met de boot rond Dordrecht. Geweldig!”

Desondanks wordt ook die promotie weer gevolgd door een directe degradatie. “We wonnen de eerste wedstrijd tegen Heerenveen met 1-2. Toen dacht ik: waar gaat dit heen? Maar je voelt al aankomen dat we te veel punten verspelen. Geen schande, we hebben met trots dat seizoen afgemaakt. Maar met een dubbeltje kun je niet van een gulden winnen. Nou ja, de laatste wedstrijd wonnen we ook, tegen Ajax (2-1).

Ook dit seizoen kan het zomaar weer zover komen. “De kracht van deze ploeg is dat we hele goede spelers hebben. En de mindere trekken zich op aan het niveau. De samenwerking met Feyenoord werkt daar natuurlijk ook bij. Maar wij hebben een team waarvan ik zeg: van sommige Eredivisieclubs zouden wij winnen.” Dat is ook aan de staf te danken, volgens Wallaard. “En ja, als je een paar gekke dingen doet, sta je op zo’n plekkie... De vraag is alleen – en de directeur vindt het niet leuk dat ik dit zeg – moet je het willen? Als sportman altijd, maar of de organisatie eraan toe is?”

Hoogtepunten


Tegelijkertijd vindt hij het ook de charme van de club. Na dertig jaar met één promotie en een handvol periodetitels, ziet hij toch alleen maar hoogtepunten. “Ajax en Feyenoord zien landstitels en bekers als hoogtepunten. Hier is dat heel anders. Wat wij elk jaar neerzetten, werken we keihard voor. Dat je met kinderen met een beperking hier het stadion opknapt, of voor een paar centen iets realiseert. Dat zijn hoogtepunten van een vereniging.”

Kan Dordrecht dan wel een volgende stap zetten, eventueel met een promotie? “Daarvoor moeten we ook een nieuw stadion krijgen. Dat hoor ik al dertig jaar. Ik vind dat het tijd wordt dat de gemeente echt achter FC Dordrecht gaat staan, en de club ook steunt. Een paar clubs zijn aan het stadion aan het bouwen. Dat moeten wij ook doen. Wil je promoveren, dan moet het stadion mee naar dat niveau.”

'Als we een paar gekke dingen doen, dan sta je op zo'n plekkie...'

Promotie of niet. Het zou kunnen dat Wallaard dan niet meer zijn huidige functie bekleedt. “Het zou zomaar mijn laatste jaar kunnen zijn, maar een nieuwe teammanager moet eerst het Dordt-gevoel kennen. Wat dat is? Dat je lekker jezelf blijft. Hier kun je geen eisen stellen, want daar hebben we de middelen niet voor.” Maar ook als de clubman opstapt, zijn ze hier nog niet van hem af. “Er is nog genoeg werk. Van mij komen ze niet af. Hans de Zeeuw, de directeur, vroeg ook al: ‘Ariejan, als je begraven wordt, wil je dan onder de middenstip, of de penaltystip?’” Hij lacht: “Mij maakt het in ieder geval niet uit.”