Is dit de meest politiek beladen voetbalderby van West-Europa?
Derby’s. Zodra het nieuwe competitieprogramma gepubliceerd wordt, omcirkelen fans met een rode stift de datum waarop zijn of haar club de aartsrivaal treft in een wedstrijd die om meer gaat dan alleen winst. Aan derby’s zitten vaak veel diepere verhalen vastgeplakt dan de verhalen die zich op het voetbalveld hebben afgespeeld. De komende periode duikt Voetbalzone wekelijks in verschillende voetbalderby’s en de achtergrond hiervan. Vrijdagavond staat de Hamburger Stadtderby op het programma in de 2. Bundesliga.
Voetbalderby’s zijn er in allerlei verschillende vormen en maten. Er zijn derby’s die zijn ontstaan door de geografische ligging, door klassenverschillen tussen arm en rijk en er zijn derby’s waar alles tezamen komt. Zo’n derby staat bijvoorbeeld in Hamburg op de rol aankomend weekend. De miljoenenstad aan de Elbe is de trotse thuisbasis van Hamburger SV en FC Sankt Pauli.
De twee clubs beschikken over een supportersschare die qua cultuur en ideologie niet verder uit elkaar kunnen liggen. Het mag een stadsderby heten, maar de verschillen zijn zo groot, dat het gevoel je bekruipt dat je in een totaal andere stad bent.
HSV is de stad van de buitenwijken met een van oudsher rechtse ideologie. In de jaren tachtig namen rechts-extremistische supporters de prominente voorgrond in Duitsland met vele voetbalrellen. Het sociaal-linkse anti-fascistische St. Pauli is de complete tegenhanger van de rivaal. Het mag geen verrassing heten dat dergelijke ideologische verschillen zorgen voor de nodige wrijving tussen beide supportersgroepen. Voetbalzone blikt vooruit.
Hamburger SV
Zoals altijd beginnen we met de oudste ploeg van de stad en dat is deze keer HSV. Al begint het niet onder die naam, maar onder Sport-Club Germania Hamburg. Elk jaar op 29 september vieren de supporters van die Rothosen de geboorte van hun geliefde club in 1887. Dan kijken ze, voornamelijk de oudere garde, met trots terug op de successen die de club in de loop der jaren heeft behaald.
Hoewel voetbal tegenwoordig de meest beoefende sport ter wereld is, was dit ten tijde van de oprichting allerminst het geval. Voetbal is een spel dat groot is geworden in Groot-Brittannië, waar in 1863 de Engelse voetbalbond wordt opgericht. Het duurt dan nog zeker twee decennia voordat voetbal het Europese vasteland bereikt, en in het bijzonder Duitsland. Dit is met name te wijten aan de minachtende wijze waarop de heersende klasse naar de volkssport kijkt.
Gymnastiek heeft de voorkeur van de hogere klassen, wat op dat moment vooral dient om de mensen fit te houden voor militaire actie. De Duitse gymleraar Karl Planck noemt voetbal zelfs de ‘Engelse ziekte’, daar het volgens hem gemeen, absurd, lelijk en onnatuurlijk is. De bezwaren van de rijke klasse leiden hoogstens tot een uitstelling, maar uiteindelijk kan de verspreiding van de sport niet langer worden ingedamd.
Met name in studentensteden, zoals Hamburg, met veel Britse studenten is de verspreiding van de sport simpelweg niet tegen te gaan. Een groep studenten van het Wilhelm Gymnasium in de Hanzestad is de oprichters van de club.
Tot 1919 blijft SC Germania actief onder die naam, maar door de Eerste Wereldoorlog en de nasleep daarvan is de club te zwak om in zijn eentje het hoofd boven water te houden. Dit geldt ook voor de twee andere Hamburgse clubs Hamburger FC en FC Falke Eppendorf. Deze drie teams bundelen de krachten en vormen gezamenlijk de Hamburger Sport-Verein.
De Eerste Wereldoorlog blijkt de katalysator van groter succes voor HSV, dat tot dan toe vooral wedstrijden speelt tegen lokale elftallen. In 1922 haalt de club de finale van het Duitse landskampioenschap, wat dan nog als een bekertoernooi fungeert met knock-out-rondes. Nadat die Rothosen de finale hebben bereikt zonder een tegendoelpunt te incasseren, wacht in de finale FC Nürnberg.
De tweevoudige landskampioen uit Beieren en HSV spelen een tweeluik dat bekendstaat als das Endlose Eindspiel, oftewel de eindeloze finale. In de heenwedstrijd, die in Berlijn wordt gespeeld, geven de elftallen elkaar geen duimbreed toe. Na een 2-2 gelijke stand moet er na 90 minuten verlenging aan te pas komen. De extra tijd heeft dan nog geen vaste limiet en wissels zijn dan nog niet toegestaan in het voetbal. De teams raken logischerwijs vermoeid, maar slagen er niet in voor het donker te scoren. Na 189 minuten fluit de arbiter voor het laatst en wordt er een return ingepland.
Die staat zeven weken later op het programma in Leipzig. Wederom doen de teams niets voor elkaar onder en dit keer staat er na negentig minuten een 1-1 stand op het scorebord. Opnieuw een verlenging dus. Nürnberg raakt in die verlenging echter vier spelers kwijt door blessures en rode kaarten en moet de wedstrijd noodgedwongen staken. De Duitse voetbalbond kent HSV de titel toe, ondanks ferme protesten van de Beierse club. De Hamburgse ploeg weigert echter om de trofee in ontvangst te nemen uit goed fatsoen voor de benadeelde vrienden uit het zuiden des lands.
Een seizoen later lukt het HSV wél om het Duitse landskampioenschap te veroveren. In de finale wordt Union Öberschoneweide, wat tegenwoordig FC Union Berlin is, met 0-3 verslagen. In 1928 staat HSV tegenover die andere club uit de Duitse hoofdstad, namelijk Hertha BSC. De hoofdstedelingen verliezen met 5-2 van HSV.
Door het ontstaan van Nazi-Duitsland in 1933 wordt de landelijke voetbalcompetitie opgeschort en speelt de club uit Noord-Duitsland een regionale competitie genaamd Gauliga Nordmark, ook bekend als Gauliga Hamburg. In deze streekcompetitie is HSV een absolute topploeg en wordt het in een tijdsbestek van twaalf jaar zes keer kampioen. In die jaren bouwt het een rivaliteit op met Eimsbütteler TV, de grote concurrent in de Gauliga.
Na de Tweede Wereldoorlog is HSV de eerste Duitse ploeg die op een Amerikaanse tour gaat in mei 1950. Het uitstapje naar Amerika legt de ploeg bepaald geen windeieren want het speelt zes wedstrijden en wint die allemaal. Ook neemt de club van 1947 tot 1963 deel aan de Oberliga Nord. In de zestien actieve Oberliga-seizoenen grijpt HSV maar liefst vijftien keer het kampioenschap. Vier keer scoren ze meer dan honderd doelpunten in één jaargang. Dat doen ze met behulp van de topscorer aller tijden Uwe Seeler. Hij scoort in negen seizoenen 267 goals in 237 wedstrijden.
Regionaal loopt het van een leien dakje, maar een nieuw Duits landskampioenschap laat even op zich wachten. Na twee mislukte pogingen in de finales van 1957 en 1958 tegen respectievelijk Borussia Dortmund en Schalke 04, mag HSV zich in 1960 voor het eerst sinds 1928 weer de trotse kampioen van Duitsland noemen. In de finale wordt FC Köln met 3-2 verslagen, mede door twee doelpunten van clublegende Seeler.
Bundesliga-tijdperk
Wanneer de Bundesliga in 1963 gevormd wordt, is de Hamburgse club een van de founding fathers, oftewel een van de zestien teams die in het debuutseizoen een plekje hebben bemachtigd. HSV groeit uit tot een ware voetbaldinosaurus, daar de club tot en met het seizoen 2017/18 onafgebroken actief blijft in de topdivisie van onze oosterburen. Daarmee is het de laatst overgebleven club die ieder seizoen sinds het debuutjaar in 1963 aan de aftrap verschijnt van een Bundesliga-wedstrijd.
Dat de club een enorme staat van dienst heeft opgebouwd in de hoogste divisie van Duitsland blijkt wel uit het feit dat HSV, als dinosaurus, op de veertigste verjaardag van de competitie in 2004 een wedstrijd speelt tegen Rekordmeister Bayern. Maar nog voor dat HSV zijn eerste wedstrijd in de Bundesliga speelt (een 1-1 gelijkspel tegen Preussen Münster), wint het team in 1963 voor de eerste keer de DfB-Pokal, oftewel de Duitse beker, door in Hannover met 3-0 van Dortmund te winnen in de finale. Seeler is met een hattrick wederom de gevierde man. Door het succes in de vaderlandse beker doet HSV mee aan de Europacup II, maar daarin is Olympique Lyon in de kwartfinale een maatje te groot.
Seeler zet zijn voortreffelijke vorm voort in het debuutseizoen van de Bundesliga. De goaltjesdief scoort in deze jaargang dertig keer, waardoor hij de eerste topscorer ooit wordt van de competitie. Zijn treffers helpen HSV aan een zesde plaats. In 1970 wordt Seeler voor de derde keer benoemd tot Duits voetballer van het jaar, alvorens hij in 1972 een einde maakt aan zijn illustere loopbaan.
HSV is vanaf het begin van de Bundesliga een club die vrijwel altijd in de middenmoot of subtop eindigt, met sporadische uitschieters. In het seizoen 1972/73 wint HSV voor het eerst de DFB-Ligapokal, een mini-toernooi waarin de beste vijf van de vorige Bundesliga-jaargang en de winnaar van de DFB-Pokal tegen elkaar strijden. In de finale wordt Borussia Mönchengladbach met 4-0 verslagen. Het is de inleiding van een gouden tijdperk van HSV in de jaren zeventig en tachtig.
De gouden generatie van de Hamburgse club brengt het nodige eremetaal naar Noord-Duitsland. In 1976 zet HSV de dadendrang voort met een 2-0 overwinning op FC Kaiserslautern in de bekerfinale. Daardoor doet de club ook mee aan de Europacup II, het toernooi voor bekerwinnaars. Georg Volkert en Felix Magath bezorgen HSV de eerste Europese prijs door met 2-0 te winnen van RSC Anderlecht in de finale.
Het Europese succes is niet alleen leuk voor de clubkas, maar ook voor de aantrekkingskracht. Aanvaller Kevin Keegan wordt overgenomen van Europacup I-winnaar Liverpool en kent in de Hanzestad geweldige jaren. Zo wordt hij zelf gekroond tot Europees voetballer van het jaar als speler van die Rothosen en speelt hij een allesbehalve bescheiden rol in het kampioensjaar 1978/79, daar de Brit met zeventien treffers clubtopscorer wordt.
Het lukt HSV als regerend kampioen niet om de landstitel te prolongeren, maar in de Europacup I levert het wel een betere prestatie dan voorheen. Net als in het seizoen 1960/61 lijkt een Spaanse tegenstander het eindstation te worden na een 2-0 uitnederlaag tegen Real Madrid, maar in het Volksparkstadion wordt de zesvoudig winnaar van het miljoenenbal met 5-1 legendarisch vernederd. Enkele weken later blijft HSV echter wel zonder de beker met de grote oren achter. In de finale wordt met een minimale marge van 1-0 verloren van Nottingham Forest.
Voormalig Feyenoord-oefenmeester Ernst Happel is de opvolger van succescoach Branko Zebec, die aan een hevig drankprobleem lijdt. Happel heeft geen moeite om de grote schoenen van Zebec te vullen. In zijn debuutseizoen loodst hij HSV naar het tweede landskampioenschap in de clubhistorie en een UEFA Cup-finale, maar daarin blijkt het Zweedse IFK Göteborg met 4-0 te sterk. Tussen 16 januari 1982 en 29 januari 1983 blijft HSV 36 wedstrijden zonder nederlaag, een Bundesliga-record dat in 2013 pas door Bayern wordt verbroken.
De winstreeks helpt HSV aan de derde Meisterschale en de tweede op rij. In de competitie blijft het nummer twee Werder Bremen op doelsaldo voor. Die Rothosen geven de supporters op 25 mei 1983 een extra kers op de taart door in de finale van de Europacup I Juventus met 1-0 te verslaan. Magath is met een doelpunt in de negende minuut de matchwinner. Daardoor reist HSV in december 1983 af naar Tokio voor de wereldbeker, maar daarin is de Zuid-Amerikaanse kampioen Grêmio de baas: 1-2.
Het laatste kunststukje van Happel in het Volksparkstadion volgt in 1987, wanneer de club zijn vierde DFB-Pokal ooit wint door Stuttgarter Kickers met 3-1 te verslaan in de finale. Happel vertrekt nadien met twee landstitels, een Duitse beker en een Europacup I-trofee op zak.
Het vertrek van de Oostenrijkse succestrainer luidt een periode van wisselvalligheid in. De club gaat gebukt onder financiële problemen en de resultaten op het veld lijden daar ook onder. HSV eindigt vier seizoenen op rij in de onderste regionen van Duitsland, maar weet wel telkens degradatie af te wenden. De club stelt clublegendes Magath - als hoofdtrainer - en Seeler - als voorzitter - aan om de club aan de betere hand te helpen. De inmiddels zeventigjarige oefenmeester helpt HSV aan de vijfde plaats, waardoor het team voor het eerst in zes jaar weer Europees actief is. In mei 1997 wordt Magath ontslagen na een 4-0 nederlaag tegen Köln, waardoor die Rothosen aan de afgrond van de Bundesliga bungelen. Uiteindelijk eindigt de ploeg dertiende.
In 2003 krijgen die Rothosen voor de laatste keer zilverwerk in handen. In de Ligapokal wordt, mede door de openingstreffer van Nico-Jan Hoogma, Dortmund in Mainz met 2-4 verslagen.
Vanaf het seizoen 2013/14 begint het bestaan in de Bundesliga in gevaar te komen voor HSV. De club transformeert in een heus trainerskerkhof, waar ook Bert van Marwijk slachtoffer van wordt. In mei 2014 kan degradatie naar de 2. Bundesliga ternauwernood voorkomen worden door Greuther Fürth op basis van uitdoelpunten te verslaan. Het jaar daarna maakt Karlsruher SC het in de play-offs erg lastig voor HSV, maar wordt opnieuw degradatie afgewend. In de jaargang 2016/17 wordt op de laatste speeldag de stoelendans ontlopen en handhaving veiliggesteld.
HSV lijkt niet te kúnnen degraderen, maar het geflirt met degradatie kan niet goed blijven gaan. Het seizoen 2017/18 wordt de club fataal. Het rommelt achter de schermen en op het veld blijven resultaten achterwege. In de DFB-Pokal blameert HSV zich tegen derdedivisionist VfL Osnabruck en in de competitie eindigen die Rothosen, met Nederlander Rick van Drongelen in de gelederen, op de zeventiende plek. Dat betekent rechtstreekse degradatie. De befaamde stadionklok, waar nauwkeurig de tijd dat de club uitkwam op het hoogste niveau wordt genoteerd, wordt stopgezet en is inmiddels uit het stadion verwijderd.
Het is 2024 en HSV is nog altijd niet teruggekeerd in de Bundesliga. De club heeft meermaals de play-offs bereikt, maar waar het eerst niet leek te kunnen degraderen lijkt er nu een soort promotievloek te berusten op de Hamburgse club. In het seizoen 2021/22 kan HSV de Bundesliga proeven na een 0-1 zege in Berlijn tegen Hertha in de play-offs, maar de supporters in het Volksparkstadion zien een week later dat de hoofdstedelingen door een 0-2 zege alsnog HSV weerhouden van een terugkeer.
Langzamerhand behoort HSV tot het meubilair van de 2. Bundesliga, maar dat deert de hondstrouwe supporters niet. Twee seizoenen geleden vestigde HSV zelfs een record. Het behaalde gemiddeld het hoogste bezoekersaantal van alle Europese clubs die op dat moment op het tweede niveau uitkwamen.
Sankt Pauli
Füssball Club Sankt Pauli wordt officieel op 15 mei 1910 opgericht. We kunnen er lang of kort over doen, maar de club staat niet bepaald bekend om zijn successen. Waar stadgenoot HSV de nodige prijzen op zijn palmares heeft, moet Sankt Pauli het hebben van andere zaken. Zoals de geweldige support, het even iconische als huiverende Millerntor-Stadion en de even bijzondere als obscure bruine shirts.
Ook in de Gauliga en Oberliga Nord lukt het St. Pauli niet om te imponeren. Het debuutseizoen in de Gauliga van 1934 eindigt met een degradatie en de club jojoot daarna enkele jaren tussen de twee topdivisies. Na de Tweede Wereldoorlog wordt in het seizoen1947/48 de tweede plaats bereikt, waardoor de club voor het eerst mee mag doen aan het landelijke kampioenschap Daarin blijkt Nürnberg in de halve finale echter te sterk: 3-2.
St. Pauli is in de vijftiger jaren een geduchte concurrent van HSV, maar slaagt er niet in de rivaal dwars te zitten. In zeven seizoenen eindigt Kiezkicker vijf keer op de tweede plaats, terwijl HSV de prijzen aaneenrijgt. Aan het eind van de jaren vijftig en begin van de jaren zestig wordt St. Pauli verdreven door regiogenoten Bremen en Osnabrück.
Daarnaast is de club ook niet van de partij wanneer in 1963/64 het eerste seizoen van de Bundesliga wordt afgewerkt. Namens de Oberliga Nord stromen HSV, Bremen en Eintracht Braunschweig in. St. Pauli blijft achter in de Regionalliga Nord, het tweede niveau. Dat seizoen doorbreekt de Duitse club een taboe door als eerste club van het land een zwarte speler te contracteren. De Togolese Guy Acolatse maakt in drie seizoenen 43 keer zijn opwachting en scoorde daarin zes keer.
Met Acolatse in de selectie wint St. Pauli in 1963/64 en 1965/66 de Oberliga Nord, maar promotie naar de Bundesliga blijft beide keren uit. In de play-offs blijven Kiezkicker met lege handen achter. Iets wat ook gebeurt in 1970/71, 1971/72, 1972/73 en 1973/74. Na die laatste jaargang wordt, mede door het succes van de Bundesliga, de 2. Bundesliga in leven geroepen. St. Pauli is een van de founding fathers.
Na zes mislukte pogingen is zevenmaal scheepsrecht voor de jongste club uit Hamburg. In 1976/77 wordt eindelijk die felbegeerde promotie naar de Bundesliga bereikt, maar het lachen vergaat St. Pauli al gauw, want de eerste periode in de topdivisie blijft beperkt tot één seizoen. En daarmee was het kwaad nog niet geschied, want ook de status in de 2. Bundesliga Nord kan niet worden behouden, daar de club kampt met zware financiële tekorten, krijgt geen proflicentie en moet vanaf de Oberliga Nord II, de derde divisie, opnieuw beginnen.
In 1981 en 1983 eindigt St. Pauli bovenaan de ranglijst, maar wordt promotie door de Duitse voetbalbond tegengehouden. De club is nog altijd niet financieel niet sterk genoeg om zijn rentree te maken op het tweede niveau, dat lukt in 1984 wel. Daarna heeft Sankt Pauli moeite om een vaste plaats te bemachtigen in een van de Duitse divisies. In een tijdsbestek van twaalf jaar komt St. Pauli verdeelt over meerdere periodes uit op het derde, tweede en eerste niveau van Duitsland.
Op het voetbalveld kan de club geen blijvende indruk achterlaten, dat doet het vooral buiten de krijtlijnen. Midden jaren tachtig is voetbalminnend Duitsland een prooi voor het fascistische voetbalvandalisme wat op dat moment in opkomst is. De hooligans zijn vaak rechtsgeoriënteerd en St. Pauli presenteert zich als linkse tegenhanger. In die jaren transformeert het van een traditionele voetbalvereniging naar een cultclub.
De locatie van het stadion is een belangrijk ijkpunt in de verandering. Het terrein van de club, dat vlakbij de beroemde Reeperbahn is gevestigd - het centrum van het Hamburgse nachtleven en de rosse buurt - past bij de alternatieve supportersschare die wordt opgebouwd. St. Pauli neemt de linkse, antifascistische cultuur die de club heeft ingeslagen uiterst serieus en verbiedt als eerste Duitse club rechts-nationalistische activiteiten en vertoningen in het stadion.
De linkse clubcultuur zorgt niet alleen voor een unieke identiteit, maar het verhoogt ook de populariteit. In 1981 telt de club amper duizend toeschouwers, tegenwoordig wordt het Millerntor-stadion regelmatig tot de nok toe gevuld. De thuishaven van de Hamburgse club kan bijna dertigduizend bezoekers verwelkomen. Onder de nieuwe supporters vallen ook fans van HSV die het gedrag van de neo-nazi’s beu zijn en zich niet meer identificeren met de destijds rechtse cultuur van de club.
Het stadion van St. Pauli is er een voor de liefhebber. Op elk miniscuul hoekje van het onderkomen zijn stickers te vinden met dezelfde linkse thema’s. Graffiti en gescheurde piratenvlaggen behoren ook bij de beruchte thuisbasis.
Berucht, want de thuishaven van St. Pauli kan een speler flink op de zenuwen werken. Dat begint al in de catacomben. Zelfs de allergrootste voetballers zullen onder de indruk raken van de tunnel in het Millerntor-Stadion. Van achter een stalen kooi grijnst een doodskop naar de uitspelende ploeg.
Het is een voorproefje van wat er gaat komen op het voetbalveld. Door de zwakke rode verlichting, de pikdonkere wanden en de fameuze Totenkopf waan je je als bezoekende club in een soort spookhuis. Wanneer de tegenstander genoeg angst is ingeboezemd, galmt de opkomsttune van St. Pauli door het compacte stadion. Na de vierde klokslag in het lied Hells Bells van de band ACDC wordt traditiegetrouw het veld betreden.
De vlaggen met doodskoppen stammen ook af van de jaren tachtig. Doc Mabuse, een zanger van een Hamburgse punkband, neemt een vlag met een doodskop mee naar het stadion en sindsdien wordt het gebruikt als een onofficieel clubwapen.
Op het veld wil het ook in de 21ste eeuw nog niet echt vlotten. Mondjesmaat komt St Pauli uit op het hoogste niveau, zoals in het seizoen 2001/02. In die jaargang eindigt de club stijf onderaan, maar de hekkensluiter verslaat wel Bayern in het fameuze Millerntor-Stadion.
De vereniging blijft moeite houden om financieel het hoofd boven water te houden. Wanneer de club ook nog eens degradeert naar het derde niveau van Duitsland belandt de cultclub wederom in een kritieke toestand. Geïnspireerd door de fanatieke supporters zet St. Pauli in het seizoen 2005/06 een knappe reeks neer in de DFB-Pokal, waarin onder meer Hertha en Bremen worden verslagen, wat de club prijzengeld van rond de één miljoen euro oplevert. Dat helpt de St. Pauli enorm in de strijd om licentiebehoud.
In de jaargang 2007/08 keert St. Pauli terug in de 2. Bundesliga en afgezien van de het seizoen 2010/11, waarin voor één jaar van Bundesliga-voetbal mag worden genoten, speelt de club daar iedere jaargang, zo ook in de huidige.
De confrontaties
De gezworen rivaliteit hoe we die nu kennen is eigenlijk nog redelijk jong en vers. De haat ontstaat echt in de jaren tachtig wanneer supporters van St. Pauli zich afzetten tegen het voetbalvandalisme en met hun eigen idealen een plekje in de voetbalwereld proberen te bemachtigen. Daarvoor hebben de twee clubs een sportieve concurrentiestrijd met elkaar, maar van echte haat is geen sprake.
Hoewel een grote groep HSV-supporters zich identificeert met de rechts-nationalistische clubcultuur die aan HSV hangt, is er ook een groep supporters dat door persoonlijke politieke voorkeuren juist de oversteek heeft gemaakt naar het hippe, jeugdige St Pauli. Dit valt bij de oude garde van die Rothosen niet lekker. Tegenwoordig klopt Kiezkicker zich zelfs op de borst, daar het de grootste vrouwelijke supportersschare heeft.
Historisch gezien is St. Pauli dus alles wat HSV niet is. Of andersom. Toch zijn de verschillen wel wat gaan liggen en heeft het Duitse voetbalduo ook hier en daar de clubcultuur aangepast. Zo heeft HSV in het seizoen 2020/21 de zwarte trainer Daniel Thioune aan het roer, terwijl de huidige selectie van die Rothoseneen Gambiaanse vluchteling herbergt in de vorm van Bakary Jatta.
De eerste ontmoeting tussen de twee antagonisten vindt plaats op 7 december 1919. HSV is van oudsher de baas in de directe confrontaties en laat dat direct bemerken met een 0-9 overwinning. St. Pauli moet op zijn beurt tot 1930 wachten op de eerste Derbysieg. Tot aan de oprichting van de Bundesliga spelen de stadgenoten vrijwel ieder seizoen tegen elkaar en in totaal hebben er 107 ontmoetingen plaatsgevonden.
HSV is 69 keer als winnaar uit de strijd gekomen en is simpelweg de succesvolste club van de Hanzestad. Daar kunnen ook de St. Pauli-supporters niet omheen. Zij hebben Kiezkicker 24 keer zien zegevieren en 17 keer krijgt de Hamburger Stadtderby geen winnaar.
Hoewel HSV de veel succesvollere club van Hamburg is, wint St Pauli de eerste officiële confrontatie in de Bundesliga. Nog pikanter is het dat het gebeurt in het Volksparkstadion. In de thuisbasis van HSV shockeert St. Pauli ‘letterlijk’ vriend en vijand met een 0-2 zege tegen de regerend landskampioen en Europa Cup I-winnaar.
Op 19 oktober 2010 wordt voor het eerst in 48 jaar weer een thuiswedstrijd in de derby in het eigen stadion afgewerkt. HSV doorstaat de zogenaamde hel, maar het eigen Volksparkstadion verandert later in het seizoen zelf ook in een hel, daar HSV met 0-1 verliest van de gezworen aartsrivaal. Schalke-legende Gerald Asamoah is de grote held van Kiezkicker. Doelman Benedikt Pliquett viert de derbywinst met een kungfu-kick tegen de cornervlag, waarop het clublogo van HSV is afgebeeld. In maart 2019 imiteert HSV-reservedoelman Tom Mickel deze actie na een 0-4 overwinning in het hol van de leeuw.
De rivaliteit gaat verder dan binnen de krijtlijnen. Het gaat ook om de ligging van de clubs. Supporters van St. Pauli bespotten HSV-supporters met de naam Vorstadtverein, oftewel de club van de Hamburgse voorsteden, daar het Volksparkstadion gesitueerd is in de buitenwijk van de Duitse metropool. Andersom beschimpen supporters van HSV de jongere stadgenoot door te beweren dat zij drukker zijn met het maken van politieke statements dan zijn rol als voetbalclub.
Ook wordt de Reeperbahn als scheidingslijn gezien. Ten noorden van de wijk bevinden zich de supporters van St. Pauli, terwijl de aanhangers van HSV veelal ten zuiden van de Reeperbahn te vinden zijn, inclusief de stamkroegen van de supportersschare.
HSV en St. Pauli maken er bijna een soort wedstrijd van om anders te zijn. Dit komt zelfs terug in de bierkeuze. Supporters van eerstgenoemde drinken Holsten-bier, daar de brouwerij tussen 1940 en 2015 sponsor was van de club. Dit is dus typisch ‘HSV-bier’. ‘St. Pauli-bier’, bestaat ook, maar dat is Astra, wat ironisch genoeg onderdeel is van de Holsten-brouwerij. Deze bierbrouwerij is al langere tijd verbonden met St. Pauli en was zelfs de trotse shirtsponsor. Tegenwoordig is de brouwerij nog altijd sponsor, maar is de naam van de borst naar de mouw geschoven.
In 2018 blijkt eens te meer hoe diep de haat ligt bij sommige supportersgroepen. Ultra’s van HSV verstoren een concert waar bands die gelieerd zijn aan St. Pauli optreden, terwijl de supporters van laatstgenoemde antwoorden door HSV-ultra’s te verwonden tijdens een van de choreografievoorbereidingen voorafgaand aan de derby.
Heden
Het verleden bewijst dat een wedstrijd tussen HSV en St. Pauli altijd de moeite waard is om te bekijken. Dat laatstgenoemde bij een overwinning ook nog eens promotie naar de Bundesliga kan veiligstellen in het hol van de leeuw, maakt de confrontatie van vrijdagavond nog intrigerender.
Inderdaad, niet HSV, maar St. Pauli staat op de drempel van de Bundesliga. De club in het bruin-wit is de fiere koploper van de 2. Bundesliga met twee punten meer dan Holstein Kiel en zeven punten meer dan nummer drie Fortuna Düsseldorf. De bovenste twee teams promoveren direct naar de Bundesliga, maar Kiezkicker wil op het grasveld van de buurman graag een grote stap zetten richting het eerste kampioenschap op het tweede niveau. Er zijn nog drie speelrondes te spelen.
De koploper heeft met Karol Mets een verdediger in huis die bij de NAC Breda-supporters een belletje laat rinkelen. De Est kwam tussen 2017 en 2019 uit voor de Bredanaars en is inmiddels een vaste kracht in de selectie van trainer Fabian Hürzeler. De topspelers van de uitploeg zijn linksbuiten Marcel Hartel en Australisch international Jackson Irvine. Eerstgenoemde scoorde dit seizoen al zestien keer en was twaalf keer de aangever. De 55-voudig international van the Socceroos heeft als controlerende middenvelder zijn steentje bijgedragen met zes goals en zeven assists.
Bij tegenstander HSV hangt de vlag er anders bij. Een overwinning op de aartsrivaal is noodzakelijk om nog kans te maken op die felbegeerde derde plek, die recht geeft op deelname aan de play-offs om promotie en degradatie. Op het moment staat HSV vier punten achter Düsseldorf en heeft het er alle schijn van dat de founding father van de Bundesliga in 1963 volgend seizoen weer niet actief is op het hoogste niveau.
Trainer Steffen Baumgartl heeft met Ludovit Reis en Immanuel Pherai twee Nederlanders in de selectie. Beiden maken veel minuten bij de huidige nummer vier van de 2. Bundesliga. De sterspelers van HSV zijn echter topschutter Robert Glatzel (achttien treffers) en spelmaker Lászlo Bénes, die dit seizoen al dertien goals en elf assists noteerde.
Eerder dit seizoen eindigde het duel in het Millerntor-Stadion onbeslist in een 2-2 gelijkspel. Jackson Irvine bracht de thuisploeg op voorsprong en een enorme flater van HSV-goalie Daniel Heuer Fernandes hielp St. Pauli niet veel later aan de 2-0. Na rust brachten Glatzel en Pherai hun werkgever weer naast de aartsrivaal. Als het treffen in het Volksparkstadion vrijdag net zoveel spektakel biedt als de wedstrijd vorig seizoen (4-3), dan kun je er maar beter goed voor gaan zitten. Op Viaplay is de wedstrijd in zijn geheel te volgen.