voetbalzone

‘Ik wilde ook blijven studeren, dus op gegeven moment ga je afwegingen maken’

Kevin van Buuren06 jan 2024, 22:55
Laatst bijgewerkt: 24 jul 2024, 18:54
Advertentie

De Keuken Kampioen Divisie geldt al decennialang als kraamkamer voor binnen- en buitenlandse talenten en ook dit seizoen lopen er op het tweede niveau weer veel voetballers met potentie rond. Voetbalzone, de officiële mediapartner van de Keuken Kampioen Divisie, licht om de week een van deze talenten uit. Met deze keer aandacht voor Dyon Dorenbosch, de middenvelder van FC Eindhoven die voetballen in Scandinavië wel ziet zitten.

Door Labib Bitchou en Kevin van Buuren

Dorenbosch bezit het hoogste goed in het voetbal. Niet zozeer om zijn talent, of om zijn recente doorbraak, hij is vooral heel gelukkig bij FC Eindhoven. “Ik begon hiernaast bij de amateurvereniging. In de Onder 10 mocht ik naar de jeugdopleiding van FC Eindhoven, maar na een jaar ging die tak failliet”, vertelt hij tegenover Voetbalzone. “Toen zijn we met een aantal jongens verhuisd naar Helmond Sport. Daar werd ik opgepikt door PSV. Ik heb vier jaar bij PSV gezeten, maar zag daar uiteindelijk niet echt perspectief voor mij. Mijn vrienden zaten hier, mijn tweelingbroer ook.” Het maakte dat hij in de Onder 17 terugkeerde naar zijn thuisclub. “Uiteindelijk wil ik gewoon gelukkig zijn. Dat ben ik hier.”

Die parameter wil hij altijd gevuld zien, ook als hij aan zijn carrière over vijf jaar denkt. “Het is wat cliché, maar ik wil gelukkig zijn met wat ik ook doe. Ik hoop in het voetbal, met een mooie club in een mooi land. Maar als dat niet zo is, dan is dat niet zo.” Het zijn de nuchtere afwegingen die hij al zijn hele leven maakt. Hierom heeft hij zelfs even kort nagedacht om het voetbal te laten voor wat het is. “In het eerste heb je weinig zekerheid. Ik wilde ook graag blijven studeren. Dan ga je afwegingen maken. Uiteindelijk is het behoorlijk gegaan, waardoor de focus nu op voetbal ligt.”

Plotselinge doorbraak
Al zijn onzekerheid wordt in december 2022 weggevaagd. Na vijf invalbeurten begint Dorenbosch voor het eerst in het basiselftal van FC Eindhoven, uit tegen De Graafschap. Mede door zijn eerste doelpunt wint Eindhoven voor het eerst sinds 2013 op de Vijverberg. Daarmee betaalt hij het vertrouwen van trainer Rob Penders uit. Zijn leermeester verklaart tegenover het Eindhovens Dagblad: “Ik weet zeker dat hij in de toekomst een eerste elftalspeler voor FC Eindhoven kan zijn.”

voetbalzone

Inmiddels is dat zo ver. Tijdens de eerste seizoenshelft speelt de twintigjarige Eindhovenaar iedere wedstrijd vanaf de aftrap. Dat hij 99 procent van alle speelminuten volmaakt, ligt aan zijn primaire kwaliteit. “Dat is met name mijn loopvermogen. Ik werk hard en weet wat er gevraagd wordt. Verder heb ik een redelijk spelinzicht, denk ik. Ik ga geen zeven man passeren, maar ben een nuttige speler.” Ook zijn multifunctionaliteit maakt hem lastig te wisselen. “Ik ben een middenvelder, maar wordt eigenlijk overal wel neergezet.” Zo speelt hij onder meer als controleur, centrale middenvelder, maar ook als verdediger. “Ik sta het liefst op ‘8’, als dynamische speler, box to box. Maar ik kan overal redelijk uit de voeten."

Winnen op wilskracht
Zo wordt hij dan ook optimaal benut door nieuwbakken trainer Willem Weijs. Voorafgaand aan het seizoen volgde hij de naar FC Utrecht vertrokken Penders op. “Het is een hele andere filosofie, maar ik denk dat we een leuke groep hebben. We trainen hard en hebben een gedreven technische staf. Natuurlijk hoop je af en toe op iets betere resultaten, maar ik vind het op dit moment heel prettig om hier te zijn.” Ondanks dat hij zijn plek in het team gewonnen heeft, blijft Dorenbosch er nuchter instaan. “Ik ben uit het niets uitgegroeid naar een gewaardeerde kracht, maar jonge spelers krijgen nog met dipjes te maken. Als je het min of meer kan afdwingen, een trainer hebt die vertrouwen uitspreekt en je laat staan als je eens wat minder speelt, dan is dat heel fijn.”

Eindhoven staat op de tiende plek. Maar aangezien de ploegen in de Keuken Kampioen Divisie dicht op elkaar staan, mag de club naar boven kijken. “Promoveren is hier een tijd geleden (1975, red.). Toch is het verwachtingspatroon – dat merk je aan alles – dat we voor de Play-Offs willen vechten. Dit jaar wordt het lastig, maar ik heb vertrouwen. Vorig jaar lieten we het ook zien”, wijst hij op achtste positie van dat seizoen. Dit seizoen gaat de ploeg uit van de eigen krachten. “Wij willen voor elkaar vechten. Op papier zijn we vaak een kleinere ploeg, al denk ik dat wij voldoende voetballende kwaliteiten hebben. Verdedigend staan we vaak goed. Ten slotte gaat het bij Eindhoven ook om wilskracht om tot resultaat te komen.”

voetbalzone

'Scandinavië trekt mij wel'
Over zijn persoonlijke carrièreverloop blijft de bescheiden jongeling op de vlakte. “Mijn droomclub is FC Barcelona, maar of dat realistisch is... Ik voel mij hier op mijn gemak en wil mij blijven ontwikkelen. Het buitenland spreekt me nu wel aan, omdat ik nog jong ben en dankzij het voetbal misschien wat van de wereld kan zien. Dat lijkt me gaaf.” Daarbij maakt hij ook de afweging tussen voetballen op het hoogste niveau, of juist de uithoeken van de wereld bezoeken via voetbalclubs. “Op dit moment trekt Scandinavië mij wel. Hoogontwikkelde landen waar je in mooie competities op een hoog niveau kan voetballen. Als ik naar Spanje ga, dan kom ik waarschijnlijk in een lagere divisie.”

Voordat hij aan een vervolgstap denkt, heeft Dorenbosch eerst in Nederland nog wat business. Hij volgt naast het voetbal namelijk een universitaire studie bedrijfskunde. “Ik heb het geluk gehad dat ik redelijk wat voetbaltalent heb meegekregen, en ook een goed stel hersenen. Daar kan ik dan het beste maar gebruik van maken, denk ik. Ik vind studeren ook niet erg. Het is fijn om iets achter de hand te hebben naast het voetbal.”

Dat de twee ambities af en toe kunnen botsen, daar maakt hij graag het beste van. “Ik ben full time sporter, dus soms is het lastig, maar stukje bij beetje probeer ik stappen te maken met mijn studie. Wanneer een tentamen op een wedstrijddag valt? Dan laat ik ‘m schieten. Op een trainingsdag kan ik de trainer lief aankijken. Dan moet ik alleen niet zakken, anders zit ik met de herkansing. Ideaal voor mij zijn tentamens om zes uur ’s avonds, al zijn de meeste studenten daar geen fan van.”