De Italiaanse regista die zelfs wandelend alle tegenstanders te snel af was
De rijke voetbalgeschiedenis kent vele markante, tragische of grappige personages. In de rubriek Vedettes licht Voetbalzone telkens het doopceel van een van die figuren. De flegmatieke Andrea Pirlo leek zich nooit echt in te spannen. Waar hij later om die rust geprezen zou worden, kostte zijn trage tred hem aanvankelijk bijna een succesvolle carrière.
Door Sander Grasman
‘Speel ‘m naar mij.’ Stilte. Toch had ik hard genoeg geschreeuwd - en nog in correct Italiaans ook. ‘Jongens, speel ‘m nou naar mij.’ Weer stilte. Alleen de echo van mijn stem kon je over het veld horen nagalmen. ‘Nu dan?’ Nog meer stilte, allemaal waren ze plots doofstom. Niemand speelde de bal naar mij. Ze tikten de bal onderling rond en dachten er niet eens aan om mij bij hun spelletje te betrekken.
Ik was er wel, maar ze zagen me niet. Of beter gezegd, ze zagen me wel, maar deden alsof ze me niet zagen. Ze sloten me buiten als een lepralijder, alleen maar omdat ik beter was. Ik bewoog als een schim over het veld, had het gevoel dat ik doodging. Ze zwegen me dood. Niemand sprak met me. Ze gunden me zelfs geen blik. Niks.
In zijn autobiografie Ik denk, dus ik speel haalt Andrea Pirlo in een van de eerste hoofdstukken herinneringen op aan een jeugdwedstrijd met Brescia. “Ik speelde voor Brescia, maar die dag speelde Brescia tegen mij.” Niet veel later barstte de veertienjarige Andrea in tranen uit. Hij was doodongelukkig en voelde zich onbegrepen.
Zwijgzaam, gesloten, dromerig, een tikje mysterieus, het zijn niet meteen de beste eigenschappen om jezelf geliefd te maken in een machowereldje als het voetbal. Dat ondervond Pirlo aanvankelijk ook. Hij werd niet begrepen en dus ook niet op waarde geschat. De anderen vonden hem arrogant en leken hem liever kwijt dan rijk.
Wie dacht hij wel niet dat hij was? Maradona? De jongens zagen elkaar als concurrenten voor een toekomst bij de club en wilden hem niet de kans geven uit te blinken. En dus trok hij zijn eigen plan. Wat had je er immers aan het spel te lezen als een boek, als alles wat je teamgenoten op papier kregen onbegrijpelijk broddelwerk was?
Deze wedstrijd waarin zijn ploeggenoten hem stelselmatig negeerden was voor hem een kantelpunt. Als zij het zonder hem dachten te kunnen, zou hij het wel doen zonder hen. Hij dribbelde alles en iedereen voorbij, ook de jongetjes die hetzelfde tenue droegen als hij, en scoorde. Niet lang hierna mocht hij debuteren voor de hoofdmacht. Hij was twee dagen eerder zestien jaar geworden.
Pirlo was en is een man van weinig woorden. Hij spreekt via blikken of liever nog zijn voeten. Als voetballer dirigeerde hij het spel met korte passjes of ballen de diepte in. Bij hem oogde alles zo makkelijk, zo moeiteloos, maar daardoor werd hij ook als lui gezien, niet iemand die er alles aan deed om te winnen. Hij sjokte over het veld alsof het om een partijtje onder vrienden ging op een Italiaanse zomeravond.
Met zijn manier van spelen maakte hij zich tot makkelijke zondebok voor trainers en supporters, waardoor hij zeker in het begin van zijn carrière bij Brescia vaak geslachtofferd werd. Als je moet knokken voor elk punt, valt men tenslotte graag terug op spelers met modder op de knieën en bloed aan de noppen. Pirlo was verre van zo’n type speler. Als Pirlo van het veld stapte zat zijn haar nog even perfect in model als bij de aftrap.
Toen Roberto Baggio naar Brescia trok, leek er op het eerste oog geen plek meer te zijn voor de dan nog als aanvallende middenvelder spelende Pirlo. Coach Carlo Mazzone wilde hem echter in de basiself houden en besloot hem als teruggetrokken spelmaker te gaan gebruiken. Het bleek al snel een gouden ingreep. Op ‘6’ floreerde de jonge speler en niet lang daarna zat de gehele Italiaanse top achter hem aan. Het zwartblauwe deel van Milaan werd uiteindelijk zijn volgende bestemming.
Met zijn overstap naar Internazionale ging een jongensdroom in vervulling. Vroeger had zijn vader hem op vakantie meegenomen naar Viareggio, waar de Nerazzurri zich voorbereidden op een nieuw seizoen, en daar ging de kleine Andrea op jacht naar de handtekeningen van zijn idolen Lothar Matthäus en de andere Duitse sterren van de ploeg, die ook op grote posters op zijn kinderkamer hingen.
Zijn tijd bij Inter draaide echter uit op een nachtmerrie. Hij kon slechts sporadisch rekenen op een basisplaats en werd een aantal keren uitgeleend, maar ook weg van San Siro slaagde hij er nauwelijks in zich te onderscheiden. Het gewezen toptalent leek zijn grootse belofte niet te gaan inlossen en bij Inter waren ze er niet rouwig om toen ze hem wisten te slijten aan de stadgenoot.
Bij Milan trof hij met trainer Carlo Ancelotti en waakhond Gennaro Gattuso de twee personen die hij nodig had om tot grote hoogte te stijgen. De eerste gaf hem het vertrouwen, terwijl die tweede hem de vrijheid schonk door al het vuile werk om hem heen op te knappen. Op zijn beurt maakte Pirlo het spel een stuk makkelijker voor zijn trouwe tweevoeter. Hij hoefde de veroverde bal namelijk maar in te leveren bij zijn baas, in de wetenschap dat die er wel iets geniaals mee zou doen.
In het sterrenensemble van Milan - met spelers als Paolo Maldini, Alessandro Nesta, Rui Costa en Andrei Shevchenko - was Pirlo het brein, de architect. Hij dicteerde het spel en stelde zijn aanvallende ploeggenoten voor hem in stelling, terwijl niet alleen Gattuso naast hem, maar ook de verdedigers daarachter wisten dat zij altijd de bal bij de vrijstaande spelverdeler kwijt konden.
En als het dan eens niet lukte om uit open spel een doelpunt te maken, dan zorgde Pirlo er met een dood spelmoment wel voor dat de ban alsnog gebroken werd. De Italiaan schaafde na elke training aan zijn vrije trap. Juninho was daarin zijn grote voorbeeld. Van de Braziliaan van Olympique Lyon leerde hij hoe hij de bal op de slof moest nemen om hem de perfecte snelheid en curve mee te geven.
In de tien seizoenen die Pirlo bij i Rossoneri speelde, werd hij onder meer twee keer Italiaans kampioen, won hij twee keer de Champions League en kroonde hij zich tussendoor in Berlijn tot wereldkampioen met de nationale ploeg. Hij wilde de rest van zijn carrière wel voor Milan spelen, maar op de burelen van de club heerste er twijfel. Waar ze niet lang daarvoor een speler als Alessandro Costacurta nog met een rollator het veld op leken te willen sturen, dacht men dat er bij hun 32-jarige middenvelder niet veel meer in het vat zat.
Bij Juventus schatten ze de situatie positiever in en na Inter en Milan volgde daarmee nu ook een dienstverband bij die andere grootmacht. In Turijn voegde hij in vier jaar nog vier Scudetti aan zijn toch al rijkelijk gevulde erelijst toe.
Hierop volgde een kort Amerikaans avontuur bij het ambitieuze, maar weinig succesvolle New York City FC en toen zat de loopbaan van een van de meest geliefde sterren van zijn generatie erop, een loopbaan die meer dan twintig seizoenen omspande, hem heel veel prijzen en complimenten opleverde, maar waarin hij vooral voetballiefhebbers heel veel vreugde schonk.
Zijn trainersloopbaan kende vervolgens een opmerkelijke start met een premature aanstelling als hoofdcoach van Juventus, gevolgd door een jaartje in de Turkse competitie bij Fatih Karamgürük, maar inmiddels lijkt de coach Pirlo in passender vaarwater te zijn beland. Sinds de zomer van 2023 staat hij namelijk voor de groep van Sampdoria, dat vlak daarvoor naar de Serie B was gedegradeerd, het niveau waar hij ooit bij Brescia ook doorbrak als speler.