De derby van Belgrado: de voetbalversie van Bonje Met De Buren
Derby’s. Zodra het nieuwe competitieprogramma gepubliceerd wordt omcirkelen fans met een rode stift de datum waarop zijn of haar club de aartsrivaal treft in een wedstrijd die om meer gaat dan alleen winst. Aan derby’s zitten vaak veel diepere verhalen vastgeplakt dan de verhalen die zich op het voetbalveld hebben afgespeeld. De komende periode duikt Voetbalzone wekelijks in verschillende voetbalderby’s en de achtergrond hiervan. Zaterdagmiddag om 17:00 uur staat de derby van Belgrado op het programma.
Bij derby’s wordt vaak gekscherend gezegd dat de strijd om meer dan leven en dood gaat. Vaak is het een beetje een overtrokken idee, maar de uitspraak sluit wel aan bij de beleving van de derby van Belgrado. Wanneer de twee clubs elkaar treffen staat het normaal bruisende Belgrado stil, in een houdgreep. In Belgrado heb je óf een rood-wit hart dat klopt voor Rode Ster of een zwart-wit hart dat harder klopt voor Partizan FK.
De territoria
Te midden van de bruisende hoofdstad van Servië vinden Rode Ster en Partizan hun ‘thuis’. Belgrado is de grootste stad van het land en valt op door de verscheidenheid. De stad is modern, maar heeft ook veel parken en monumenten die hedendaags een heuse attractie vormen. Het is een echte studentenstad, maar ook een stad met een gitzwarte geschiedenis. De stad is in de twintigste eeuw vijf keer gebombardeerd en verloor veel bewoners.
Rode Ster heeft haar thuisbasis staan in de wijk Dedinje. Dit is een van de welvarendste gebieden van de hoofdstad. De wijk staat vol met villa’s en landhuizen die behoren tot de mensen in de Servische regering. Het stadion van Rode Ster, het Marakana dat plaats heeft voor ruim vijftigduizend toeschouwers, staat nog geen kilometer van het Partizan Stadium af. De clubs spelen ondanks de enorme haat dus praktisch in elkaars achtertuin.
Rode Ster
Rode Ster ziet op 4 maart 1945 als eerste van de twee clubs het levenslicht, al scheelt het niet veel. Een groepje anti-fascistische Servische jongeren komt nog tijdens de Tweede Wereldoorlog samen om na te denken over het vormen van een nieuwe sportclub. Veel vooroorlogse profclubs staan op omvallen en Rode Ster ontstaat daar ook voor een groot deel uit. Rode Ster is min of meer de opvolger van de vooroorlogse profclub Jugoslavija. Toen laatstgenoemde omviel nam Rode Ster als nieuwe vereniging het stadion, de clubkleuren en de spelers over. De oprichters van de club zijn ook werknemers van het politiekorps.
De naam Rode Ster is door de toenmalige vicevoorzitters Zoran Zujovic en Slobodan Cosic vastgelegd. Het tweetal stelde verschillende namen voor, waaronder Torpedo, Lokomotiva of een naam waarin de naam van Jozef Stalin of Vladimir Lenin terugkwam, maar er werd gekozen voor Crvena Zvezda. Een ster. Volgens Zujovic moest de ster echter wel rood zijn, want dat boezemt angst in en zorgt voor gevaar.
De eerste wedstrijd speelt the Star zelfs nog op dezelfde dag als de officiële formatie. Tegen het eerste bataljon van het “Nationale Comité voor de Bevrijding van Joegoslavië” wordt met 3-2 gewonnen. Een historische voetbalclub is geboren.
Tot aan de val van Joegoslavië staat Rode Ster bekend als de meest succesvolle club van het land, maar ook hedendaags is de club nog altijd de grootste van Servië en van de gehele Balkan-regio.
Rode Ster wint vier jaar na de oorlog haar eerste kampioenschap en sleept daarna nog achttien Joegoslavische landstitels in de wacht. Vanaf 1991 breekt langzaam de competitie open. Eerst trekken de Sloveense en Kroatische clubs zich terug, maar vervolgens ook in 1992 de Noord-Macedonische en Bosnische clubs. Iets waar Rode Ster met name verantwoordelijk voor wordt gehouden.
De club speelt in 1990 een wedstrijd tegen Dinamo Zagreb. Wedstrijden tegen Zagreb waren altijd al beladen, maar dan door sportieve redenen. Deze keer lag een politieke reden ten grondslag. Kroatië had namelijk net de meerderheid van de stemmen gewonnen voor onafhankelijkheid. Iets wat niet overal goed viel. Op de tribunes in Zagreb waren veel rellen en vielen veel gewonden. Deze wedstrijd, maar voornamelijk de taferelen buiten het veld, zijn volgens velen de aanleiding geweest voor de Kroatische onafhankelijkheid.
Een groot deel van de concurrentie (Zagreb en Hajduk Split) valt dus weg, alleen tegen de buurman Partizan blijft de club, letterlijk, vechten. In 1995 wordt Rode Ster voor de laatste keer de kampioen van Joegoslavië. Naast de negentien Joegoslavische landstitels pakte Rode Ster ook twaalf keer de Joegoslavische beker en twee keer de Supercup.
Na de val van Joegoslavië komt Servië eerst samen met Montenegro. In die gezamenlijke competitie met het buurland grijpen de Serviërs nog vier keer het landskampioenschap en heeft de club zeven bekerwinsten op zijn palmares staan.
In 2006 splitsen Montenegro en Servië op en werd de huidige Servische Superliga opgericht. Meteen bij de ouverture in 2007 van de nieuwe competitie werd Rode Ster de eerste landskampioen. Vervolgens volgde er een droogte van zeven jaar en werd de club pas weer kampioen in 2014.
Vanaf 2016 domineert Rode Ster het land weer en is het landskampioenschap gevierd in 2016, 2018, 2019, 2020 en 2021. Daarnaast heeft de club vier glimmende Servische bekers in haar prijzenkast pronken. De laatste daarvan was ook in 2021, toen Rode Ster dus de nationale dubbel won.
Ook buiten de landsgrenzen heeft de Servische club allure verworven. In 1979 halen de Rood-Witten voor het eerst de finale van een Europees hoofdtoernooi, maar in de UEFA Cup-finale werd over twee wedstrijden met 1-2 verloren van Borussia Mönchengladbach. In het eigen Marakana stadion komen de Serviërs voor het oog van negentigduizend toeschouwers niet verder dan een 1-1 gelijkspel. In het Rheinstadion in Düsseldorf verliest Rode Ster door een benutte penalty van de Deen Allan Simonsen in de achttiende minuut.
In 1991 neemt the Star in Bari sportieve revanche door in de finale van de Europacup I, de voorloper van de Champions League, na penalty’s Olympique Marseille te verslaan (0-0, 5-3 op strafschoppen). Op weg naar de finale moeten Grasshopper, Rangers, Dynamo Dresden en Bayern München hun meerdere erkennen in de Serviërs. Later dat jaar voegt Rode Ster ook de wereldbeker aan zijn erelijst toe door het Chileense Colo-Colo met 3-0 te verslaan. Inmiddels heeft Rode Ster twaalf keer deelgenomen aan de Champions League, waaronder dit seizoen, en elf keer in de Europa League.
Volgens de meest recente peilingen beschikt Rode Ster over de grootste supportersgroep van Servië. Circa vijftig procent van de bevolking is naar eigen zeggen fan van de topclub. De supporters van Rode Ster noemen zichzelf 'Delija', wat staat voor ‘helden’. De supportersgroep is rechtsgeoriënteerd en erg nationalistisch.
Naast vele prijzen staat de club ook al jaren bekend om het opleiden van jeugdspelers. Jaarlijks staat de club samen met Partizan in de top tien van statistiekbureau CIES in de lijst met meeste jeugdspelers in de Europese top 31 competities.
In de meest recente peiling moet het alleen Ajax, Benfica, Dynamo Kyiv, Dinamo Zagreb, Shakhtar Donetsk, Partizan en Real Madrid voor zich dulden. Bekende jeugdexponenten zijn onder anderen voormalig Manchester United-verdediger Nemanja Vidic, oud Inter en Lazio-middenvelder Dejan Stankovic en voormalig hoofdtrainer en voetballer Sinisa Mihajlovic. Bij het Nederlandse publiek zijn Marko Pantelic, Mitchell Donald en Jagos Vukovic nog bekende namen.
Marko Pantelic kwam voorafgaand aan het seizoen 2009/10 met de nodige sceptische reacties naar Amsterdam. De speler arriveerde met een enorme zonnebril op het gelaat bij Ajax, maar wist gedurende het seizoen de monden te snoeren van de critici. Onder trainer Martin Jol vormde hij een zeer doelpuntrijk koppel met Luis Suárez. Waar de Uruguayaan 35 goals op zijn rekening nam, was Pantelic met 16 goals in 25 wedstrijden ook van grote waarde bij de Amsterdammers. Een kampioenschap leverde dat niet op, maar wel de beker.
Donald doorliep de jeugdopleiding van Ajax, maar verwierf in Nederland met name bekendheid door zijn periode in Limburg bij Roda JC. Tussen 2015 en 2018 speelde de international van Suriname voor Rode Ster, waar hij het zelfs schopte tot aanvoerder. De middenvelder is tegenwoordig clubloos. Vukovic speelde in Nederland een vrij anonieme rol bij PSV, maar kwam ook uit voor Roda, waar hij ploeggenoot was van Donald.
Partizan
Over naar de iets jongere broer. Op 4 oktober 1945 wordt Partizan Fudbalski Klub (FK) opgericht door een groep anti-fascistische militairen. De naam is een verwijzing naar de Partizanen die tijdens de Tweede Wereldoorlog een van de meest effectieve bevrijdingslegers vormen.
Twee dagen na de oprichting betreedt Partizan voor het eerst een voetbalveld. Tegen Zemun, een gemeente van Belgrado, werd met 4-2 gewonnen. De Hongaar Silvester Seres schiet zichzelf de geschiedenisboeken in als de eerste doelpuntenmaker van de Zwart-Witten. Niet veel weken later gaat Partizan op een internationale tournee wanneer het met 3-1 het Slowaakse leger verslaat.
Partizan begint de eerste jaren niet in de traditioneel zwart-witte gestreepte tenues, maar in het rood en blauw. Na wat magere jaren besluit de club in 1958 dat een verandering in het kleurenpalet noodzakelijk is om prijzen te pakken. En met succes, want vlak daarna breekt een succesvolle periode aan. Een groep jonge getalenteerde jeugdspelers breekt door naar het eerste elftal onder de naam the Partizan’s Babies. De generatie wordt gezien als een van de succesvolste in Europa, daar de club de prijzen aaneenrijgt. Zo won de ploeg drie keer achter elkaar het Joegoslavische kampioenschap en bereikt de club in 1964/65 de finale van de Europacup I, waar Real Madrid echter te sterk blijkt.
De successen in de jaren vijftig en zestig leveren Partizan de bijnaam Parni valjak op, wat de Stoomwalsen betekent. Deze naam krijgt de club nadat in 1953 met 1-7 gewonnen wordt van aartsrivaal Rode Ster. Een andere bijnaam van de club is Grobari. Deze bijnaam werd eerst als geuzennaam gebruikt door Rode Ster, maar is inmiddels omarmd door de supporters. Dit betekent namelijk de Grafdelvers, een verwijzing naar de tenues.
In totaal heeft Partizan 45 prijzen in haar erelijst staan, wat er 23 minder zijn dan Rode Ster. Het nationale kampioenschap is 27 keer door Grobari gewonnen. Elf keer als de Joegoslavische kampioen, acht keer als de kampioen van Servië en Montenegro, wat tevens een record is, en acht keer als winnaar van het Servische kampioenschap. De laatste keer in 2016/17.
Partizan heeft ook nationale bekers in overvloed. Met zestien bekers in totaal is de verdeling als volgt: Zes keer de winnaar van de Joegoslavische beker, drie keer gezamenlijk met Montenegro en zeven keer het Servische bekertoernooi, waarvan de laatste in 2018/19 werd gewonnen. In de finale versloeg Partizan zijn bittere rivaal met 0-1.
Met meer dan 150 spelers voor de Joegoslavische of Servische nationale ploeg levert de club steevast kwalitatief goede spelers af. Sasa Ilic is Mister Partizan, daar de speler maar liefst 874 officiële optredens achter zijn naam heeft staan. Stjepan Bobek is met 425 doelpunten de meest productieve speler in de historie van Grobari.
Op de voormalige loonlijst van Partizan zijn ook de nodige ex-Eredivisionisten terug te vinden. Miralem Sulejmani (sc Heerenveen en Ajax), Mateja Kezman (PSV), Danko Lazovic (Feyenoord, Vitesse en PSV), Queensy Menig (Ajax, PEC Zwolle en FC Twente) en Umar Sadiq (NAC Breda) springen daarbij het meest in het oog. De beste speler die de afgelopen jaren vanuit Partizan de stap naar een internationale topcompetitie maakte is Dusan Vlahovic. Ondanks dat de Serviër, maar één doelpunt maakte in 21 wedstrijden verdiende hij bij de club wel een transfer naar Fiorentina.
The Eternal Derby
Op naar het hoofdgerecht, de confrontaties. Sinds 1946 spelen beide clubs vrijwel jaarlijks gezamenlijk om de prijzen. Ook in de tijd voor de val van Joegoslavië is dit het geval. De eerste confrontatie is in januari 1947, wanneer Rode Ster de eerste tik uitdeelt aan Partizan door in een spektakelstuk 4-3 te winnen. In de 265 officiële wedstrijden weten de Rood-Witten 113 zeges te boeken, terwijl Partizan er 82 heeft. 70 keer eindigde het duel in een remise. De laatste 42 wedstrijden zijn eerlijk verdeeld. Rode Ster heeft veertien keer gewonnen, er waren veertien remises en veertien overwinningen voor Partizan.
De derby van Belgrado wordt echter niet écht op het veld gespeeld. Het voetbal is vaak erbarmelijk, al zien de fans op de tribunes daar zelf weinig van. Het traditionele beeld met de rode fakkels, flares en vuurwerk zorgen ervoor dat niemand er toch voor het voetbal komt. De vete woedt al decennialang tussen Partizan en Rode Ster supporters en de incidenten buiten het veld laten zien dat dit geen wedstrijd is waar mensen hun kinderen graag naar toe brengen.
Darko Nikolic, een Servische journalist, vertelde ooit aan BBC dat pasgeboren baby’s direct een cadeautje ontvangen met het logo van Partizan of Rode Ster erop. Vanaf de geboorte is er dus geen ontkomen aan. Dit is niet alleen in Belgrado zo, maar ook in de rest van Servië. En het is niet alleen voetbal. De clubs hebben onder andere ook basketbal, volleybal en handbal waar de wedstrijden ook onder hoogspanning kunnen staan.
Op 30 oktober 1999 schrikt het Servische voetbal op wanneer de derby een absoluut dieptepunt bereikt. De wedstrijd is twintig minuten bezig wanneer de supporters van Partizan een flare pistool richting het vak met Rode Ster supporters afvuren. Het wordt een zeventienjarige supporter van Rode Ster fataal. Aleksandar Radovic krijgt de flare op zijn borst. De jongeling overleed vrijwel direct. De supporters van Partizan schoten de flares af want de club was net op een 1-0 voorsprong gekomen.
In 2013 werden 103 fans opgepakt bij een clash tussen de twee vijanden. Rode Ster supporters gooiden stenen naar de spelersbus van Partizan, stoeltjes in het stadion werden in de fik gezet en op het veld of op de sintelbaan gegooid. De wedstrijden worden niet alleen door Servische supporters bezocht, maar ook door Grieken en supporters uit Balkan-landen. Al komen deze ‘supporters’ meestal om te knokken en niet om een van de twee clubs te supporten.
In 2015 moest de derby ook met 45 minuten vertraagd worden. Destijds vonden de supporters het nodig stoeltjes en vuurwerk naar de ingezette politie te gooien. Toen de wedstrijd eindelijk kon beginnen werd de wedstrijd snel weer een halt toegeroepen toen er granaten op de sintelbaan gegooid werden.
De laatste jaren lijken de plaatselijke autoriteiten de boel echter wel beter op orde te hebben. De flares en fakkels blijven vaker op de tribunes en er wordt veel meer politie ingezet. Daar komt bij dat het Marakana stadion vroeger honderdduizend supporters kon verwelkomen en het stadion van Partizan 55.000 toeschouwers, maar door UEFA-reglementen moesten beide clubs een halvering van het aantal accepteren, maar het is nog steeds geen wedstrijd waar ouders hun kinderen met een gerust hart naar toe sturen. Veel supporters die helemaal geen trek hebben in de buitensporige rivaliteit laten de derby vaak ook schieten.
Voor spelers is het rumoer langs de zijlijn soms ook wat onhandig. De spelers hebben meermaals aangegeven elkaar niet te kunnen verstaan door het constante geluid in het stadion.
Het heden
Partizan en Rode Ster ontlopen elkaar zeer weinig dit seizoen, maar de club in zwart-wit mag zich voorlopig de trotse koploper van de SuperLiga noemen. Na 23 wedstrijden heeft Partizan 59 punten bij elkaar geraapt. Bij Partizan is de Braziliaan Saldanha de grote man. Hij is de topscorer van de Servische eredivisie met vijftien goals. Met Danilo Pantic en Xander Severina heeft de ploeg twee spelers onder contract staan met een verleden in Nederland. Pantic speelde in Nederland voor Vitesse en Excelsior, maar wist bij beide clubs geen onuitwisbare indruk te maken. Bij Partizan is de middenvelder wel een gewaardeerde kracht.
Severina, international van Curaçao, speelt sinds deze zomer bij de koploper. Vorig seizoen kwam de speler nog uit voor ADO en kwam hij 38 keer in actie. Met acht goals en zeven assists had de rechtsbuiten een redelijk moyenne. De 22-jarige rechtsbuiten is bij Partizan vier keer op het scorebord gekomen.
Rode Ster volgt op plaats twee en heeft na evenveel wedstrijden 58 punten. Het laatste verlies van Rode Ster was op 20 januari tegen notabene Partizan. Eerder dit seizoen klopte Partizan Rode Ster met 2-1. Bebras Natcho bracht de thuisploeg via een penalty op voorsprong, waarna Saldanha in de 66ste minuut de marge verdubbelde. Cherif Ndiaye, de Senegalese spits van Rode Ster, scoorde twintig minuten voor tijd de aansluitingstreffer, maar de gelijkmaker kon niet worden afgedwongen. Daarna bleef Rode Ster in vier wedstrijden foutloos.
Mocht de ploeg van trainer Vladan Milojevic in eigen huis dus winnen, klimt het over de buurman heen. Rode Ster heeft één speler in de gelederen met Eredivisie-ervaring. Uros Spajic kwam in 2020/21 27 keer uit voor Feyenoord en speelt sinds 2022/23 voor de oudste club van Belgrado.