Bruno Martins Indi: ‘Nog nooit zo kwetsbaar gevoeld als toen’
Bruno Martins Indi heeft in een uitgebreid interview in Voetbal International teruggeblikt op zijn blessure. De verdediger van AZ stond ruim een jaar aan de kant met een slepende bovenbeenblessure en ging bij tijd en wijle door een diep dal. Inmiddels is hij helemaal terug en voelt de 31-jarige mandekker zich als herboren.
Toen ruim een jaar geleden de MRI-scan was gemaakt en clubarts Ingrid Paul zei dat Martins Indi beter even kon gaan zitten, wist de verdediger dat het goed mis was. "Tot dat moment dacht ik dat het allemaal wel zou meevallen. Zo zit ik in elkaar, ik heb een positief karakter. Maar toen zei ze dat het een zeer serieuze blessure was. Het duurde een tijdje voordat het echt bij me binnenkwam. Totdat duidelijk werd dat ik onder het mes moest."
Op de operatietafel maakte Martins Indi grapjes met de chirurg. "Dat ik moeilijk onder narcose te krijgen was. De arts zei dat ik binnen tien seconden onder narcose zou zijn, ikzelf zei dat het minimaal 25 seconden zou duren. Ben ik gaan tellen. Ik kwam tot 27 seconden. Doordat we aan het dollen waren, ben ik volgens mij met een glimlach de narcose ingegaan."
Indien mogelijk, wilde Martins Indi revalideren op de club. "Ik wilde zo snel mogelijk weer feeling met de andere jongens en de club hebben. Ook al was ik lange tijd individueel aan het werk. Ik leerde iedere muis kennen die hier rondloopt. Letterlijk. Daar heb ik zelfs een filmpje van gemaakt, het moment dat ik op een vroege ochtend een muis over het kunstgras zag lopen. Tja, je gaat de lol ervan inzien."
Inmiddels is Martins Indi helemaal terug. In de uitwedstrijd tegen PEC Zwolle mocht hij twintig minuten voor tijd invallen. "De trainer en ik gaven elkaar een knuffel. Hij zei ik moest genieten en mijn ding moest doen. Toen ik het veld in rende dacht ik maar één ding: Dank je wel. In het veld riep ik naar Jordy Clasie dat hij de aanvoerdersband moest omhouden. Het grappige is dat hij dat nooit heeft gehoord."
Martins Indi is zijn generatiegenoot op het middenveld dankbaar. "Jordy is mijn kompaan en al die tijd dat ik niet speelde, heeft hij zijn verantwoordelijkheid gepakt. Dat verdient respect. Ik houd echt van mijn ploeggenoten. Die jongens zitten allemaal in mijn hart. Ik ben de brug tussen de spelersgroep en de staf. In beide richtingen. De cohesie binnen ons team is heel sterk en ik help dat te bewaren."
Zo eenvoudig als het tegen PEC Zwolle ging, zo moeilijk had Martins Indi het vier dagen later tegen Heracles. "Tegen PEC kon ik rustig wennen. Tegen Heracles was dat een totaal ander verhaal. Ik heb me nog nooit zo kwetsbaar gevoeld als in die wedstrijd. Raar hè? In mijn hoofd was ik ready. Maar eenmaal in het veld, voelde ik een compleet andere dynamiek. Het overviel me. Het was zó vreemd allemaal. Heel leerzaam ook."