Afellay hekelt dissonant in bekerfinale: ‘Wat hij deed, was helemaal niet nodig’
Ibrahim Afellay is van mening dat NEC De Kuip zondagavond na de verloren bekerfinale tegen Feyenoord (1-0) met opgeheven hoofd kon verlaten. In een spannende eindstrijd trokken de Nijmegenaren door een doelpunt van Igor Paixão uiteindelijk aan het kortste eind.
“Waar het kon hebben ze geprobeerd te voetballen”, zegt Afellay bij Studio Voetbal. “Wat Rogier Meijer ook terecht aangaf: op de momenten dat ze de ruimte achter de laatste linie konden zoeken, hebben ze die benut.”
“NEC heeft twee of drie goede kansen gehad, daar moet je er eentje van maken. Dan weet je dat je het de tweede helft gigantisch moeilijk gaat krijgen”, vervolgt de analist.
De ploeg van trainer Rogier Meijer kwam na een klein uur spelen op achterstand doordat Paixão voor Feyenoord de ban wist te breken. NEC was volgens Afellay op dat moment de mindere partij, maar werd tien minuten later in het zadel geholpen door een rode kaart voor Yankuba Minteh.
Het overtal leidde nog tot een voorzichtig Nijmeegs slotoffensief, maar ondanks het dappere optreden bleef een bekerstunt uit.
“Wat ik wel heel apart vond: NEC speelde na de rode kaart voor Minteh tegen een man minder, maar ze gingen al heel vroeg in de tweede helft de lange bal spelen terwijl NEC het eigenlijk van hun voetballende vermogen moet hebben”, geeft Afellay aan.
De oud-prof zag Brayann Pereira, die in de blessuretijd in het veld was gekomen voor de moegestreden Bart van Rooij, vervolgens de ene na de andere verkeerde keuze maken. “Pereira had volgens mij het idee dat hij vanaf zijn eigen doellijn de bal in het doel van Feyenoord moest dribbelen. Hij ging juist pingelen op plekken waar het niet nodig was en leed zo meerdere keren balverlies. In die slotminuten moet je juist wel de bal in de zestien van Feyenoord pompen.”